56 gelijk hebben gestaan met het stellen van ambtelijke aspiraties boven het landsbelang. Want het streven naar stijgende accressen brengt geen geld in de schatkist, het heeft integendeel tot gevolg een roekelooze vermorsing van 's landspenningen. Om dit aan te toonen heb ik een aantal statistische gegevens verzameld en gedeeltelijk in beeld gebracht in eene graphische voorstelling van de jaarlijksche accressen in de belasting op de gebouwde eigendommen en van het aantal door de controleurs der grondbelasting ter uitmeting opgegeven posten. Eene verhooging der belasting op een gebouwd eigendom, wegens stichting, bijbouw, verbouw, splitsing enz. brengt slechts eenmaal kosten mee wegens opsporing, schatting, meting en boek houding; die verhooging echter komt elk volgend jaar terug. De accressen in de belasting stapelen zich dus jaarlijks op. Al zijn de jaarlijksche kosten grooter dan het jaarlijksche accres, na ver loop van tijd worden de kosten door de opstapeling der accressen ingehaald. Hieraan is echter een grens. Heeft men een periodieke her schatting der eigendommen, dan worden ook alle nieuwe ge bouwen, de bijbouwen en andere wijzigingen in de schatting opgenomen. Heeft het opgestapeld accres bij het einde der periode voor herschatting (bij het wetsontwerp 10 jaren) de kosten niet ingehaald, dan is er blijvend nadeel voor de schatkist. Er is ook een absolute grens, ai heeft nimmer herschatting plaats, n.l. indien de kosten hooger zijn dan de gekapitaliseerde waarde der belastingverhooging; m. a. w. indien bij een rentevoet van 5 de kosten hooger zijn dan 20 maal de belastingver hooging. Alsdan kunnen de kosten nimmermeer door de accressen worden ingehaald. De jaarlijksche opbrengst der belasting is bekend; de opge stapelde accressen gedurende een bepaald tijdvak kunnen dus gemakkelijk worden afgeleid. Het grootst waren die accressen voor de gebouwde eigendommen in de jaren vóór den oorlog; ik neem daarom voor mijne berekening het tijdvak van 1904 a 1913. Telt men de belastingopbrengsten samen en trekt er het tienvoudig bedrag der opbrengst van 1903 af, dan vindt men als het totaal der opgestapelde accressen over dat tienjarig tijdvak: 11.829.697.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1919 | | pagina 56