5 G. J. BeisserBandoeng-, (opl. cursus) Ph. HeijnisBandoeng. P. H. M. Plasman Bandoeng. J. van Mil Bandoeng. J. C. OdenthalBandoeng. C. A. A. Th. van OldenBandoeng. J. C. van KraaijenoordBandoeng. A. F. A. ReijnhartBandoeng. H. Th. F. SchuchBandoeng. Raden Mas SarsitoBandoeng. Commiezen. M. J. B. EckringaSoerabaja. E. Ch. LondtBatavia. (Hoofdb.) Jhr. J. M. Clifford Kocq van Breugel Bandoeng. J. L. BaronBatavia. F. L, LemaireSemarang. Mej. N. C. C. J. M. Biino HeslingaBatavia. Overige Leden en Abonné's. *A. J. Leyendeckers, Chef-Opnemer Bosch wezen, Salatiga. *J. Brouerius van Nidek, Landmeter Deli-Maatschij., Medan. *J. Witteveen, Landmeter Deli-Maatschij., Medan. °Het Hoofdbureau van het Kadaster te Weltevreden. DE VERTICALE EN HORIZONTALE GRENZEN VAN DEN GRONDEIGENDOM. NIJDBOUW EN OyERBOUW. Roerende zaken vormen in den regel geheel zelfstandige voor werpen, goed waarneembaar afgescheiden van hunne omgeving. Met onroerende goederen is het echter anders gesteld. Een eigendomsperceel, binnen behoorlijke grenzen gelegen, hangt onder den grond samen met de aangrenzende terreinen en is daaren boven onverbrekelijk verbonden met den ondergrond, terwijl verder van de bestemming van den grond geen behoorlijk ge bruik kan worden gemaakt, indien de eigenaar van den bodem niet tevens de bevoegdheid heeft om te beschikken over de lucht- kolom daarboven. Deze eigenaardigheden van den grondeigen dom vergrooten in hooge mate de kans, dat de belangen der

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1919 | | pagina 5