65 Eene goed werkende departementsafdeeling moet wortelen in eene organisatie in het land, moet steunen op de voorlichting van ambtenaren, georganiseerd voor verschillende diensten zoo als: hypotheken, vernieuwing van het kadaster, bijhoudingsdienst door meting en schatting, straks ruilverkaveling enz. Die organisaties moeten niet slechts adviseeren, doch ook over eenkomstig algemeen gehouden reglementen leiding geven aan het werk, met bevoegdheid om de algemeene voorschriften uit te voeren en aan te vullen op grond van practische ervaringen en zoo de deugdelijkheid en de eenvormigheid in het werk be vorderen. Het hoofd der departementale afdeeling zal in die organisatie de rol moeten vervullen van- soortgelijken aard als die van pré sident in een democratische republiek. Zijn invloed op den gang van het werk zal dan afhangen van de mate van zijn bekwaam heid en doorzicht. Ik resumeer. De bijhoudingsdienst van den kadastralen belastinggrondslag der gebouwde eigendommen verteert zelf de opbrengst der be- lastingverhooging, door hem gekweekt; die dienst is zonder door tastende bezuiniging onhoudbaar. De kosten kunnen en moeten gereduceerd worden tot op minder dan de helft, de perceptiekosten behooren te dalen tot beneden 6 der hoofdsom van de belasting, opdat er van de accressen in een tijdvak van 10 jaren meer dan 6 millioen komen ten bate der schatkist. De groote en noodzakelijke bezuiniging kan worden verkregen door: i°. afschaffing van den opsporingsdienst der kommiezen. 2°. het brengen van meting en schatting in ééne hand. 3°. verruiming der beperking van art. 11 van het wetsontwerp op de grondbelasting. 4°. beperking en vereenvoudiging van de meting der gebouwde eigendommen. 5°. instelling eener zelfstandige departementale afdeeling voor? den dienst van de hypotheken en het kadaster (de schattingsdienst inbegrepen). I. Boer Hz.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1919 | | pagina 65