75 een objectieve beoordeeling de achterstelling van ons corps zou doen eindigen en onze salarissen zou brengen op hetzelfde peil als van ambtenaren die voor de toelating tot hun dienstvak aan gelijke eischen hadden te voldoen als wij. Maar terwijl volgens het volledig verslag de gemiddelde stijging der salarissen 4O°/0 bedraagt, beloopt die voor de landmeters ongeveer 12 °/0 en voor de ingenieurs-verificateur io°/0. Wij allen blijven dus ver beneden het percentage dat, blijkens het rapport der Staatscommissie Stork zelf, noodzakelijk werd geacht en we waren reetjs zoo schromelijk ten achter! Ambtenaren die vroeger lager gesalarieerd wafen, kwamen met ons gelijk of gingen ons voorbij, anderen zagen den afstand tusschen hunne en onze salarissen grooter worden in ons nadeel. Enkele cijfers mogen tot bewijs hiervan strekken: Ijker 1800 a 4000 Ijker chef van dienst - 3600 a Ontvanger D.B. 4e klasse - 2500 a 3e 2800 a 2e 3600 a ie 4800 a Accountant D.B. - 3600 a Controleur G.B. - 3000 a Inspecteur D.B. - 3000 a Controleur der -Inv. en Acc. - 3600 a Ontvanger der registratie - 2700 a Inspecteur 3600 a Rijks zuivel-inspecteur - 3200 a consulent id. veeteelt id. District-veearts - 4000 a Houtvester - 3200 a Directeur P. en T. - 3000 a Landmeter v/h kadaster - 1800 a De postambtenaren, lang niet tevreden met hun nieuwe regeling bereikten reeds dat de Alinister van Waterstaat, beduidende ver hoogingen voor hen voorsteldebij de toelichting daarvan wordt het nieuwe maximum voor een P. T. commies a ƒ4000 geargu menteerd met een verwijzing naar de landmeters. Nog daargelaten dat onze examens zwaarder zijn en onze opleiding minstens een 4200 3500 4000 5600 6500 5600 4400 5600 4200 6500 5600 4800 4800 4800 5600 4000

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1919 | | pagina 75