echter tijdelijk wellicht met minder volstaan, in de onbegrensde toekomst, als deze terreinen toch ook op allerlei wijzen in be werking komen, zal men ze eveneens regelmatig van punten hebben te voorzien. Bovendien, het grootste deel van ons land bestaat niet uit groot- doch uit kleingrondbezit. Daarom is het verstandig, voor de kosten van het begin af met een volledig net over de gansche oppervlakte rekening te houden. En of dit nu bestaat uit gefundeerde steenen, welke bij de aanschaffing het meeste vergen, dan wel uit niet gefundeerde punten, welke bij verantwoord gebruik tenstotte nog veel duurder zijn, daarmee zijn in totaal, gezien het aantal en den prijs, toch allicht een veertig millioen gulden gemoeid. De kwestie of algemeene hermeting mogelijk is, zit echter voornamelijk op het finantiëele gedeelte vast. Er is dus alle reden om op een dergelijk voorloopig bedrag, waarvoor men alleen pas de punten in den grond heeft, waarna de hoekmeting en be rekening nog moeten beginnen, zooveel mogelijk te bezuinigen. In het open veld, waar wij geen andere scherpe aanmetingsmiddelen bezitten, zijn evenwel in een hermetingssysteem die punten onmis baar en kan zelfs het net niet worden verwijd omdat, wat eener- zijds werd gewonnen, anderzijds aan minder nauwkeurigheid, moeilijker controle en duurdere metingen weer werd verspeeld. Er schiet derhalve niets anders over, dan die beperking te zoeken in de huizenterreinen, waar wij reeds, zonder dat de aanschaffing iets kost, bruikbare vaste punten bezitten in de soliede steenen gebouwen. En de besparing zal juist daar nog het meeste effect hebben, omdat anders in deze terreinen het aantal aparte vaste punten naar verhouding verreweg het grootst zou moeten zijn. Naar mijn oordeel ligt hierin reeds een voldoend motief, om meting van de soliede gebouwen voor de techniek van het eigen domskadaster noodzakelijk te maken. Daar komen evenwel nog andere redenen bij. Juist in de huizenterreinen worden de aparte vaste punten het meest door verstoring bedreigd. Aan de voorzijde door het openbaar ver keer langs straten en wegen, de talrijke en omvangrijke maat regelen tot verbetering, onderhoud en herstel daarvan, verhooging en verzwaring van dijken, het reusachtig getal opgravingen, welke speciaal in de toekomst nog te wachten staan in verband met rioleering, aanleg van gas-, electriciteit- en waterleiding en het io6

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1920 | | pagina 106