dan komt als derde en voornaamste verandering de invoering vail het schetsboek. Ik stel mij dat schetsboek in hoofdzaak voor als volgt: Op een perceel komt een dier veranderingen voor: stichting schuur, bijbouw huis, enz., waarvan meting niet meer noodig is. Tijdens de schatting wordt dan door den landmeter-schatter een voorloopig schetsje gemaakt van den nieuwen toestand, dat op het kantoor in het schetsboek wordt overgenomen. Daarbij kunnen allerlei beknopte aanteekeningen cijfers en teekens worden gesteld, die voor de schatting van belang zijn. Moet eene verandering geheel of gedeeltelijk wel worden ge meten een blok nieuwe huizen bijvoorbeeld of een nieuw hoofd gebouw met onbelangrijke bijgebouwtjes dan kan het schets boek dienen, in het eerste geval, om de meting van binnen- scheidingen zooveel mogelijk te voorkomen, en in het tweede om hetgeen op de kaart wordt gebracht, nader aan te vullen met de ontbrekende gebouwen. Is een perceel in het schetsboek opgenomen, dan wordt daar naar verwezén, bijvoorbeeld door een beknopt register in den vorm van het reg. 71 of anders door middel van de hulpkaart. Zijn dus van een kadastraal nummer alle gebouwen gemeten en is tegelijk de schatting voldoende duidelijk, dan blijft de toestand geheel, zooals wij die thans reeds kennen. Zijn echter sommige gebouwen of gedeelten daarvan niet gemeten, of moet de schatting eenvoudig nader worden toegelicht, dan vindt men achter het perceel eene verwijzing naar het schetsboek, waarin alle benoodigde gegevens voorkomen. Dat aldus, wanneer althans de beide andere voorwaarden even eens worden in acht genomen, heel wat metingen van tegen woordig achterwege kunnen blijven, en dat tegelijk het aantal nummers en vernummeringen sterk kan worden ingekrompen, zonder dat de schatting in de war raakt, kan blijken, als wij na gaan, wat er zoo al in het schetsboek zou worden opgenomen en wat ook daarbuiten nog kan worden vereenvoudigd. Het is het beste, de gebouwen daartoe te verdeelen in enkele hoofdgroepen. Nemen wij bijvoorbeeld eerst de wooncomplexen in de steden. Oppervlakkig gezien lijkt de toestand hier heel ingewikkeld. Door het verschil in eigendom de bezwaring inbegrepen ii4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1920 | | pagina 114