nu al gerust onder één nummer had kunnen worden geschat. Dat zal dus nog zooveel te beter gaan, als daarbij thans het schetsboek wordt gebruikt. Welhaast alle perceelentoch van deze groep en daaronder zeker de meer ingewikkelde, worden op den duur daarin opgenomen. Als regel worden daarbij steeds alle gebouwen van het perceel, dus ook die, welke mogelijk zijn gemeten, op de schets gebracht en wel voorzien van alle aanteekeningen, die voor de schatting van belang zijn. Al wordt daarbij dan ook in het algemeen met één nummer volstaan, dan ontvangt de schatting hier toch van het schetsboek een zoodanigen steun, als zelfs door het ideaal van thans: alles op de kaart en alles afzonderlijk ge nummerd, nimmer kan worden geboden. Wat de meting betreft, voor de vastlegging van meetlijnen en eigendomsgrenzen komen in doorsnee alleen de hoofdgebouwen in aanmerking. Het maakt daarbij natuurlijk verschil, of men met eene hermeien gemeente te maken heeft of niet. Bij de eerste moet in het algemeen meer worden gemeten en meestal ook op omslachtiger wijze, dan bij de laatste. Voor het voorloopig zeker en in de toekomst nog waarschijnlijk normale geval echter, dat wij met eene niet hermeten gemeente te maken hebben, zal 'naar ik meen, kunnen worden volstaan: voor de kommen van dorpen met de huizen en de voornaamste steenen schuren en wat de erven langs de wegen en de boerderijen aangaat, doorgaans met de hoofdgebouwen alleen. Er is dikwijls niet veel bezwaar tegen, om bijgebouwen, die er tijdens de meting van het hoofdgebouw al staan, mede aan te meten of zelfs geheel op te nemen. Alle latere veranderingen echter, dus een bijbouw of splitsing huis, stichting schuur, bijbouw schuur, blijven in den regel achterwege en worden alleen met het schetsboek behandeld, En daarvoor blijft nog genoeg over. Schier alle gevallen toch, waarbij wij thans reeds voelden, over bodig werk te doen, hooren juist in deze groep thuis en worden voortaan welhaast zonder uitzondering door het schetsboek onder vangen. Vervolgens dienen pog afzonderlijk te worden vermeld de groepen volkswoningen, die steeds meer door gemeenten, vereeni- gmgen en groote industrieën worden gesticht. Voor de vastlegging der eigendomsgrenzen is hier in het algemeen meting van de blokken noodig. Voor de schatting kan door het te groote aantal 116

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1920 | | pagina 116