tot dusver welhaast altijd en overal gelijktijdig plaats vonden. De vergaderingen met de zetterscolleges zullen verder in het algemeen ook zelfs in kleine gemeenten niet meer op den dag der schatting kunnen plaats hebben. De landmeter zal dus telkens weer een afzonderlijken dag moeten nemen, om die ver gaderingen te gaan bijwonen. Dan zijn meting en schatting twee zeer verschillende zaken. De schatting kan dikwijls nog heel goed geschieden, als de weers- en terreinsomstandigheden de meting reeds lang onmogelijk maken. De landmeter zou zich trouwens, vuil en bemodderd als hij dan dikwerf is, wel niet gaarne aldus voor eene schatting ergens binnenshuis wagen of eene vergadering met het zetterscollege bijwonen. Tenslotte is er nog een belangrijker bezwaar. Zal de grond belasting regelmatig en billijk functionneeren, dan dient de schat ting steeds zoo ongeveer bij te zijn. Tot dusver was echter het kadaster met de afdoening van controleurposten herhaaldelijk ver ten achter. Als dus de schatting daarop had moeten wachten dan was het onderwijl met deze danig in de war geloopen en het laat zich aanzian, dat dit ook in de toekomst nog al eens het geval zou zijn. Bovendien, zelfs als men zich van eene nieuwe organisatie voorstelt, dat deze in staat zou blijken, meting en schatting aldus jaarlijks bij te houden, dan nog brengt de praktijk mede, dat een groot aantal schattingen zich om een bepaald tijdstip op het oogenblik i Januari groepeeren. En al zou men dit ook naar een voor het meten meer geschikten tijd, bij voorbeeld het midden van den zomer willen verschuiven, dan blijft het nog volstrekt onmogelijk, om in zoo'n kort tijdsverloop de meting eveneens te doen plaats hebben. Van die heele gelijktijdige behandeling zou dus in de praktijk al niet veel terechtkomen. Maar ook afgezien daarvan was men dan nog de moeilijkheid inzake de opleiding en de overige be zwaren niet kwijt. Waar bovendien de veelhoofdige behandeling aan eenzelfde kantoor de eenheid in de schatting en het vlotte verloop daarvan nog geenszins zou ten goede komen, is dan ook deze oplossing stellig niet aan te bevelen. Blijft derhalve alleen over de tweede mogelijkheid: slechts te laten schatten door eene bepaalde groep. Ook daarbij is men echter niet geheel vrij: zoo kan bijvoorbeeld geenszins voor eiken lig

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1920 | | pagina 119