en tenslotte geven de plans in het gunstigste geval slechts den
laatsten toestand weer en laten voor opvolgende veranderingen
het eigenlijke verloop der schatting nog geheel in het midden.
Met het zakboek is het al evenmin rooskleurig gesteld. Daar
voor toch is de inrichting en bijhouding te primitief. Bovendien
maken de tallooze vernummeringen na verloop van tijd eene
raadpleging uiterst moeilijk. Tot dusver heeft dan ook aan dit
belangrijke schattingsonderdeel nog heel wat ontbroken.
Bij de nieuwe werkwijze komt men er echter veel beter voor
te staan. De landmeter-schatter vindt in de combinatie van:
plan, sehetsboek waarin allerlei gegevens als schets der ge
bouwen, globale afmetingen, soort, indeeling, bouwkosten, jaar
van iedere verandering, enz. hulpkaarten, veldwerk, staat 75
en legger op ordelijke en gemakkelijke wijze alles, wat hij zou
willen weten. Hij heeft, door het samenvallen van schattings-
gebied en bewaring, deze gegevens voortdurend in hetzelfde
gebouw tot zijne onmiddellijke beschikking waardoor dus
tegelijk hët zoo hinderlijke opzenden en voor geruimen tijd weg
zijn van verschillende stukken aan de bewaring wordt voorkomen
en hij is en blijft daarmee ook volkomen vertrouwd. Immers,
doordat aan iedere kleinere bewaring één en aan de grootere
zoo noodig twee landmeters als schatter worden aangesteld, schiet
minstens de helft van het jaar voor meting over. De landmeter-
schatter wordt dus niet gaandeweg uitsluitend schatter, die weldra
evenals thans de controleur, alle innige contact met het kadaster
heeft verloren, doch blijft daarnaast steeds landmeter. Voor hem
is dan ook het gebruik der kadastrale stukken eene zoo normale
bezigheid, dat het behoorlijk benutten daarvan ten bate van de
schatting thans ten volle is gewaarborgd.
Bovendien maakt in het aigemeen nog de dagelijksche omgang
van den landmeter-schatter met de overige landmeters de kans
op eene productieve samenwerking tusschen beide diensten zoo
groot mogelijk.
Dat zijn dus in totaal weer verschillende verbeteringen, welke
echter alleen kunnen worden tot stand gebracht, wanneer aan
iedere bewaring een aparte landmeter-schatter komt en dus ook
van de slotvoorwaarde der methode niet wordt afgeweken.
De grondbelasting heeft overigens van de nieuwe werkwijze
nog twee andere voordeelen te boeken. Het eerste betreft het
121