Wil men derhalve aan een uitbreidingsplan meer waarde toe
kennen dan aan een schetsteekenmgwelke in grove trekken een
meer of minder onnauwkeurig beeld der toekomstige aanleg geeft,
en dat moet men uit art. 14 van het Woningbesluit wel afleiden,
dan is het absoluut noodzakelijk, dat de in het plan begrepen
gronden eerst worden hermeten en nauwkeurig in kaart gebracht,
zooals dan ook gewoonlijk bij de meer beperkte stratenplannen
geschied, alvorens deze door een bouwgrondmaatschappij worden
geexploiteerd.
Deze technische eisch wordt echter gewoonlijk verwaarloosd.
Regel is dat de ontwerper van een uitbreidingsplan neemt een
kopie van de kadastrale kaart (meestal gemeenteplan), dat daarop
het toekomstige wegen- en kanalennet wordt getrokken met ver-
waarloozing bovendien van de meest elementaire eischen, welke
aan een deskundige behandeling van papier gesteld moeten worden,
en en nu komt de cardinale fout dat daarna aan dat plan
waarde wordt toegekend, als ware het technisch juist en nauw
keurig bepaald.
De tweede vraag, welke in verband met eene doelmatige uit
breiding van eene bebouwde kom gesteld moet worden, is: Aan
welke eischen moet een uitbreidingsplan voldoen? Het verkeer en
de volksgezondheid staan op den voorgrond; zonder deze uit het
oog te verliezen kan, neen moet ook de schoonheid haar eischen
stellen. Maar als men soms ziet hoe wegen in braakliggende
terreinen getrokken, in de niet verre toekomst bestemd hoofd
aderen van verkeer te worden, spotten met de primaire eischen,
alleen om te voldoen aan de subjectieve schoonheidsopvattingen
van een enkeling, dan zou men wenschen, dat bij die ontwerpen
een correctief werd aangebracht, zoodanig dat, zonder aan het
schoonheidskarakter afbreuk te doen, toch ook gelet werd op de
verkeerseischen en de mogelijkheid van een behoorlijk wonen.
Het smakelooze van vroegere uitbreidingen zij toch niet een reden
tot een ander uiterste, waarbij op doelmatige perceelsvorm niet
gelet, en veiligheid bij 't verkeer ondergeschikt wordt gemaakt
aan aesthetische inzichten.
Een tweede verschijnsel overbekend, is het ontbreken van één
grootsche gedachte in het geheel tengevolge van gemis aan
127