afstanden van die geprojecteerde wegen tot nabij liggende kada strale grenzen uitgepast. Dit is alleen dan juist, indien de kaart nauwkeurig is en bovendien de kadastrale grenzen identiek zijn met de op het terrein aanwezige afscheidingen. In 't algemeen is noch het een, noch het ander het geval, zoodat de gevolgen van die methode van werken allerzonderlingst kunnen zijn: Wegen met rechte lijnen aangeduid verschijnen in zigzagvorm, bolle wegen worden hol, enz. Wordt daarentegen de richting en vorm der wegen gehandhaafd, een recht geprojecteerde weg dus recht uit gezet, een kromming met een bepaalden straal geteekend, in dienzelfden cirkelvorm op het terretn overgebracht, dan zijn de gevolgen al even ergperceelen op het uitbreidingsplan gedeelte lijk voor weg bestemd, blijken den wegkant zelfs niet te naderen andere op eenigen afstand van een weg liggende (waarom de eigenaar dan niet zelden tegen hoogen prijs de tusschenliggende strook koopt) blijken door dien weg gedeeltelijk geabsorbeerd, enz. Of anderseen weg is op het uitbreidingsplan verbreed geprojec teerd. Dientengevolge eischt het gemeentebestuur, alvorens een verzoek om te mogen bouwen in te willigen, afstand van een strook bepaald op de uitgepaste breedte. Is nu de vorm en breedte van den weg op het terrein een andere dan op de kaart, wat gelijk hiervoor reeds werd aangetoond wel regel zal zijn, dan wordt nu eens te veel dan weer te weinig grond verkregen, worden soms, hinderlijke bochten niet weggewerkt, in andere gevallen zelfs verscherpt. Door den Heer Dr. W. B. Peteri is indertijdhierop gewezen. Als middel van redres gaf hij daarom in overweging het geheele net van wegen enz., op het terrein uit te zetten en te verzekeren. Daartegen bestaan echter zeer veel bezwaren. Het uitbreidings plan toch geeft een beeld van stadsuitbreiding tot in een verre toekomst. Wijziging van-dat plan vindt herhaaldelijk plaats door veranderde inzichten, gewijzigde omstandigheden en tengevolge van moeilijkheden, welke pas bij de uitvoering aan het licht treden. Veel werk zou dus onnoodig verricht, veel last zonder noodzaak veroorzaakt worden. Ook bij ophoogen en afgraven van terreinen zou het uitzetten tot dubbel werk leiden. De eenigste i3i Nieuwe Courant I Nov. 191J, overgedrukt in het Tijdschr. v. K. en L. jaar- •gang 1913 blz. 270.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1920 | | pagina 131