133 kunnen geschieden dan dienen deze tot die gebieden beperkt te ■worden. De hermeting van de Gemeente Dieren was een proef. Volkomen verklaarbaar was het dus, dat ze uitgestrekt werd tot de geheele gemeente. Voor de thans begonnen hermeting van Apeldoorn kan die overweging niet gelden: de bodemgrondslag en bodem verdeeling in groot en klein grondbezit is van hetzelfde type. Tenzij motieven van anderen aard den doorslag hebben gegeven, ware het daarom m.i. wenschelijk de hermeting te be perken tot dc villaparken, welke nog op schaal i a 5000 zijn ge kadastreerd en de terreinen opgenomen of nog op te nemen in het uitbreidingsplan. Hermeting van Hoog Soeren, Uddel, Meer- veld enz. moge voor een afgerond geheel gewenscht zijn, toch zou die arbeid m.i. nuttiger besteed kunnen worden, nu zooveel gemeenten een beurt moeten hebben: in de divisie Amsterdam vroeger b.v. de gemeentebesturen van Bloemendaal en Huizen eveneens hermeting en wel in verband met de uitvoering van de Woningwet. Het is evenwel aan te bevelen om landmeetkundige hulp niet te beperken tot hermetingen: het zou voor de meeste gemeenten beteekenen uitstel voor jaren. Daarom moet voor de gemeenten, welke in 't bezit zijn van een uitbreidingsplan, het zwaartepunt gelegd worden op de uitvoering van dat plan. Tweeërlei type kan hierbij onderscheiden worden wat betreft den omvang van de eventueele kadastrale werkzaamheden. Het meest voorkomende systeem is, dat de kom eener gemeente regelmatig groeit en de nieuwe straten dus steeds aansluiten aan het bebouwde gedeelte. Verder afgelegen terreinen komen dan voorloopig niet voor bouwterrein en stratenaanleg in aanmerking. Een geheel ander type (in eenige Gooische gemeenten gevolgd) is, dat onder bepaalde voorwaarden bouwvergunning wordt verleend in elk deel van de Gemeente, mits het perceel ligt aan een bestaanden of nieuw aangelegden en door de Gemeente overgenomen weg. Voor eventueele (latere) verharding enz. wordt dan wegengeld betaald. Bij de eerste soort wordt het uitbreidingsplan derhalve vrij regelmatig bij kleine gedeelten uitgevoerd door telkens een of meer straten aan te leggen, bij de tweede komt het toekomstig beeld evens geleidelijk tot stand, maar wordt telkens in de meest verschillende hoeken der gemeente, aan vrijwel alle wegen tegelijk, perceelsgewijs afstand van grond voor verbreeding of aanleg van wegen geëischt. In

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1920 | | pagina 133