137 werpen. Door de meergenoemde Commissiën uit het Ned. Instituut voor volkshuisvesting wordt aanbevolen aan een vereeniging van openbaar nut met rijkssteun een technisch bureau te verbinden, dat van advies kan dienen bij het maken van uitbreidingsplanhen en zoo noodig die plannen ook zelf kan vervaardigen (conclusie 10 van het rapport). Ik betwijfel of die oplossing de meest gewenschte zou zijn. Zoo'n bureau toch zou in den beginne overkropt zijn met werk en later, als de aangewezen gemeenten alle in 't bezit van een uitbreidingsplan waren, slechts sporadisch van advies dienen bij herzieningen en eventueelê wijzigingen. Bovendien zou reeds een leidraad verstrekt worden, indien het Woningbesluit wat meer voorschriften van materieelen aard bevatte. Grooter nadeel zie ik echter in de te groote uniformiteit, welke de ontwerpen van zoo'n bureau zouden dreigen te kenmerken en de geneigdheid van vele gemeentebesturen om' zoo'n bureau bij voorkeur de opdracht te verstrekken, waardoor particuliere des kundigen zouden worden gepasseerd, trots hun meerdere locale kennis en hun eigen kunstgevoel. Ik zou dan ook liever in over weging willen gevep de laatste categorie niet uit te sluiten, maar hen in samenwerking met een landmeter van het kadaster daarmee te belasten. Men mag verwachten, dat in -zoo'n geval die land meters worden aangewezen, welke aan hun plaatselijke kennis paren een zekere voorliefde voor en eigen inzicht in die werk zaamheden. Ik mag deze beschouwingen niet eindigen, zonder op een enkel punt nog den nadruk te leggen, Aanvaardt men n.l. in beginsel de wenschelijkheid van samenwerking, dan mogen toch niet meer opdrachten aanvaard worden, dan de kad. dienst bij machte is met bekwamen spoed uit te voeren zonder remmend te werken. Zonder twijfel zullen dan ook de grootere gemeenten, welke een goed ingerichten landmeetkundigen dienst bezitten met deskundig per soneel, er niet aan denken zich geheel te binden aan den kada- stralen dienst: die takken van dienst zijn heel wat beter geoutilleerd dan de rijksdienst en zijn bovendien ingericht op alle eischen, welke de grondpolitiek der gemeente stelt. Daarom dan ook gelden voorgaande beschouwingen voor die gemeenten niet en schaar ik mij, wat. betreft de uitvoering van het uitbreidingsplan, zonder voorbehoud aan de zijde van den Heer Ir. P. Bakker

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1920 | | pagina 137