t3
vindt zijn oorzaak in de goede omstandigheden, waaronder men daar de
geodetische studie kan beoefenen. Hij, die het doelmatig ingericht geodesie-
gebouw, de rijke collectie instrumenten en de goed voorziene bibliotheek
kent, zal dit ten volle beamen.
Ik wil niet stil staan bij de wijze, waarop de landmeterscursus zooals
die is ingesteld bij Kon. Besluit van 16 September 1918 St.bl. 548 tot
stand is gekomen.
Alleen wil ik even memoreeren den verdienstelijken arbeid door de heeren
E. J. A. Weygers, Dr. K. H. M. van der Zande en E. J. Kempees
in deze verricht.
De plaats die de landmeterscursus in onze hoogeschool inneemt, is in
genoemd Kon. Besluit niet geheel duidelijk omschreven, daar art. 1 toch
slechts vermeldt, dat van Rijkswege te Wageningen gelegenheid gegeven
wordt tot het volgen van een driejarigen cursus ter opleiding van landmeters.
Het is wellicht goed om er hier op te wijzen, dat zoowel door de zoo
juist genoemde heeren in het door hen uitgebracht „Verslag als door
den toenmaiigen Raad van Leeraren der Rijks Hoogere Land-, Tuin- en
Boschbouwschóol op de noodzakelijkheid van een nauw verband van school
en cursus is aangedrongen.
Dat de landmeterscursus een zekere zelfstandigheid zou moeten ver
krijgen is nooit een punt van overweging geweest.
Een nadere regeling in deze kan zeker niet achterwege blijven, waarop
ook door Prof. Aberson bij de overdracht van het Rectoraat in Sep
tember j.l. is gewezen.
Men geve echter den landmeterscursus eerst eenigen tijd voor rustigen
arbeid. De ervaring zal ons den juisUn weg tot reorganisatie leeren
kennen, en het is niet onmogelijk dat deze zal blijken te zijnde vorming
eener nieuwe studierichting aan de Landbouwhoogeschool.
Hierin ligt naar het mij voorkomt, voor haar de groote beteekems van
de tot standkoming van den cursus.
Voor de geodetische en kadastrale vakken stelde de Regeering het
gebouw „De Valk" ter beschikking. Dit onderdak mag slechts als een
zeer voorloopige huisvesting worden beschouwd.
Voor de genoemde vakken bestond een groot gebrek aan leermiddelen
terwijl ook in de leemte aan vaklitteratuur moest worden voorzien. Met
groote voldoening kan ik constateeren, dat mede daarvoor op de begroo
ting van Landbouw voor 1920 een belangrijke post is uitgetrokken.
Van vele zijden mocht de cursus blijken van belangstelling ontvangen.
Ik moge U er enkele noemen.
Ontvangen werd van het Departement van Financiën een belangrijke
collectie voorschriften en regelingen het vroegere en tegenwoordige kadaster
betreffende. Het Departement van Oorlog stelde onder meer een com-