146 invoering eener wet op de ruilverkaveling onder leiding van een administratieve berechting door deskundigen. ONTWERP VAN WET OP DE RUILVERKAVELING. Aan het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel is een begin gemaakt met het ontwerpen van eene wet op de ruil verkaveling. Daartoe zijn aangewezen de heeren: L. E. J. F. Mollerus, hoofd der afdeeling «Landbouwwetgeving» aan het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel; Mr. Dr. K. J. Frederiks en Mr. D. G. W. Spitsen, beide ambtenaren van dit Departement. Deze heeren worden bijgestaan door de Nederlandsche Heide maatschappij (vertegenwoordigd door den heer van Leusen) en door den heer H. F. van Riel, Lector aan de Landbouwhooge- school te Wageningen. DE ONTWATERING VAN ONZEN BODEM. Naar aanleiding van den treurigen toestand waaronder uitge strekte gebieden van ons Vaderland ten opzichte van de water staatkundige verhoudingen verkeeren, werd in 1918 door de toen malige Ministers van Landbouw, Nijverheid en Handel en van Waterstaat eene ministeriëele «Commissie van Advies» inge steld, inzake de oprichting van een Bureau voor de Ontwatering. In zijne installatierede gaf de toenmalige Minister van Land bouw, Nijverheid en Handel, de heer Posthuma een overzicht van de misstanden, die in verschillende gewesten van ons land ten opzichte van de ontwatering heerschen; misstanden, des te bedenkelijker, naarmate de voedselvoorziening in ons land in die dagen meer te wenschen liet. Den 23 April 1919 werd door deze Commissie van Advies, waarvan de Directeur-Generaal van den Landbouw voorzitter was, verslag uitgebracht; zij stelde voor een «Rijksbureau voor de Ontwatering» en eene «Rijkscommissie» voor ditzelfde doel te doen instellen door H. M. de Koningin, op voordracht van

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1920 | | pagina 146