155
houder van het kadaster H. Tinkelenberg, met ingang van
i Juli 1920.
Aan den teekenaar van het kadaster F. J. Goedhart is met
ingang van 16 Juli 1920 en aan den teekenaar W. E. H. Janssen
met ingang van 1 Juli 1920 eervol ontslag verleend.
Met ingang van 1 Juni 1920 zijn benoemd tot teekenaar
van het kadaster en werkzaam gesteld op de plaatsen achter
hunne namen vermeld:
Mej. W. M. Pieters te Leiden, Mej. J. M. Lindeman te
Zwolle, J. M. van der Heil te Goes, J. F. Gleusteen te 's-Gra-
venhage, J. A. Meindersma te 's-Gravenhage, A. Bakker te
's-Gravenhage, W. Wolters te Appingedam, J. J. Heins te
Maastricht, Mej. A. Magielse te 's-Hertogenbosch, E. A. de
Lint te Gorinchem en J. D. ten Hoedt te Gorinchem, terwijl
met ingang van 1 Juli 1920 de teekenaar der Domeinen A.
Groeneveld de Kater benoemd werd tot teekenaar van het
Kadaster en werkzaam gesteld te Zierikzee.
Met ingang van 1 Juli 1920 zijn verplaatst, naar de stand
plaatsen achter hunne namen vermeld, de teekenaars van het
kadaster
W. A. Lindeman naar Haarlem, A. van Liere naar Amster
dam, P. -van der Meulen naar Haarlem, R. J. de Vos naar
Amsterdam, Mej..M. W. Bekink naar Deventer, A. Valk naar
Rotterdam, J. H. H. Bongaerts naar Eindhoven, Mej. M. C. J.
Fransen, naar Hoorn, A. Veldkamp naar Leeuwarden en J. D.
H. van der Neut naar Amersfoort; verder werd de teekenaar
H. Wolthuis overgeplaatst naar Zierikzee.
Geslaagd voor Boekhouder van het Kadasterde teekenaars:
G. Buiten, J. Bouwer en J. J. F. Magdelijns.