«INVAR» EN DE «NOBELPRIJS—1920». Enkele weken geleden trilde draadloos door het zwerk de mededeeling uit Christiania, dat de «Nobelprijs—1 920» voor Natuurkunde was toegekend aan Ch. Ed. Guillaume, Zwitser van geboorte, Directeur van het Bureau International des Poids et Mesures te Sèvres (Seine et Oise), wegens zijne ver diensten op het gebied van het onderzoek der eigenschappen van Nikkel-Staal -legeeringen. Deze eigenschappen wijken o.a. geheel af van den algemeenen regel, dat het uitzettingsvermogen eener legeering gelijk is aan het gemiddelde van dat der haar samenstellende metalen. Bij een gehalte van 25 Nikkel (samenstellingen van lager gehalte blijven hier buiten beschouwing) is het uitzettingsvermogen 18 f) dezer legeering veel hooger dan dat van staal of nikkel (resp. 11 en 12 jj)\ bij een gehalte van ongeveer 29% nikkel daalt de uitzetbaarheid tot op het door den algemeenen regel der legeeringen aangegeven niveau, om dan bij toevoeging van nog meer nikkel snel af te nemen, zoodat bij een nikkelgehalte van 36 (het eigenlijke «In var») een minimum van uitzettingsver mogen wordt bereikt van 0,8 per meter en per graad. Wanneer de gewone in het ijzer en in het nikkel voorkomende bijmengselen worden verwijderd en deze legeering aan bepaalde bewerkingen wordt onderworpen, dan kan de uitzettingscoëfficient tot nul naderen of zelfs negatief worden. Toevoeging van meer nikkel doet vervolgens den uitzettings- coëfficient eerst zeer snel doch daarna langzamer stijgen, zoodat bij een nikkelgehalte van 70 bijna weder het niveau van den algemeenen regel der legeeringen wordt bereikt, om bij verder stijgend gehalte langzamerhand te naderen tot den uitzettings- coëfficient van nikkel. De kromme, die de uitzetting dezer legeeringen aangeeft bij toenemende temperaturen, bestaat uit drie door overgangsbogen verbonden gedeelten; bij lage temperaturen is de uitzetting vrij normaal, bij middelbare temperaturen is zij zeer zwak, terwijl zij bij hooge temperaturen in het algemeen hooger is dan volgens den regel der legeeringen plaats zou moeten vinden. Het geheel dezer drie gebieden verplaatst zich op de schaal der temperaturen volgens het nikkelgehalte der legeering. Van belang zijn hier

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1920 | | pagina 157