brengt spr. dank voor de moeite en den tijd, die hij aan de
samenstelling van de practische Ranglijst heeft besteed, met welke
woorden de aanwezigen door applaus hunne instemming betuigen.
Punt b. De notulen der vorige vergadering (zie Tijdschrift
1919 afl. 6) worden ongewijzigd goedgekeurd.
Punt c. Naar aanleiding van het jaarverslag worden door den
heer Kreeftenberg eenige opmerkingen gemaakt.
Spr. heeft met belangstelling het jaarverslag gelezen, speciaal
het gedeelte, dat handelt over ruilverkaveling. Spreker stelt vast,
dat van de zijde van K. en L. de hoofdafdeeling «Ruilverkave
ling» der Ned. Heidemaatschappij met groote waardeering en
sympathie is tegemoetgetreden, maar meent, dat de aangeboden
hand niet wordt geaccepteerd. Maar ook al is dat wel het
geval, dan nog zou spr. huiverig zijn om de geheele actie over
te laten aan die hoofdafdeeling, en verder maar stil te zitten.
In de eerste plaats vertegenwoordigt de Ned. Heidemaatschappij
in hoofdzaak het groot-grondbezit, dat naar de ervaring leert -
de bezwaren voortvloeiende uit de vespreide ligging en misvormd
heid van perceelen eerder wil opheffen door aankoop, desnoods
door onteigening, dan door ruilverkaveling. Bovendien is ruil
verkaveling niet alleen van belang bij ontginning en ontwatering
van woeste gronden, maar ook bij verspreide ligging enz. van
reeds in cultuur zijnde gronden, bij stedenuitleg en bouwgrond
exploitatie. Door ons te bepalen tot het lidmaatschap der hoofd
afdeling staan we dus bloot aan een eenzijdige behartiging der
betrokken belangen.
Maar ook mag niet vergeten worden, dat de hoofdafdeeling
tevens, blijkens artikel 2 sub c der Statuten a. h. w. is een acqui-
sitie-afdeeling voor het bedrijf der Ned. Heidemaatschappij, welk
bedrijf, blijkens de ervaring der laatste jaren, zich kenmerkt
door een expansieven geest, die misschien door de zorg voor
het bestaan en de toekomst der bijna 200 ambtenaren wel ge
boden wordt.
De vereeniging voor K. en L. mag er niet toe medewerken,
dat de Ned. Heidemaatschappij zich meester tracht te maken van
de ruilverkaveling, die bij het kadaster thuis behoort.
Spr. meent dat het Bestuur ten deze nog op andere wijze nuttig
161