164 Allereerst richt spr. een woord van waardeering tot het Bestuur voor de democratische opvatting der bestuurstaak, blijkende uit het eerst voeling willen houden met de leden, alvorens aan den Min. v. Fin. rapport uit te brengen. Met een kort betoog plaats hij voorop de stelling: Vernieuwing van het Kadaster door hermeting is noodzakelijk. Komend tot de proefhermeting Dieren geeft hij te kennen een pro-standpunt ten opzichte hiervan in te nemen; hij zal enkele punten ervan behandelen, zooveel mogelijk critisch bezien. Aan de hand van het «Overzicht van de samenstelling van het nieuwe kadaster der gemeente Dieren» stelt hij zich voor na te gaan in hoofdzaak eerst de juridische zijde van het nieuwe kadaster en daarna den technischen kant. Bij het juridisch gedeelte^behoort in de eerste plaats het ont werp wet op de grensregeling van de Staatscommissie 1906, welk ontwerp juist door de hermeting Dieren aan de praktijk getoetst moest worden en wel voornamelijk heeft men te maken met de IIe afdeeling van het wetsontwerp, waarin de algemeene grens regeling behandeld is, die te pas komt bij hermetingen( tegenover de geïsoleerde, behandeld in de F afdeeling, slaande op één be paalde grens). Wanneer gesproken wordt van bewijskracht, toe te kennen aan het Kadaster, beteekent dat niet dat het veldwerk zoo maar in rechten beslissend zou zijn over de ligging eener grens. De grens wordt juridisch vastgelegd door de grensrege ling, bestaande uit de overeenkomst tusschen partijen, met, ten tweede, het proces-verbaal (het bewijs van de overeenkomst) en, ten derde, de nederlegging op het hypotheekkantoor, d. i. de openbaarmaking ervan. Deze openbaarmaking beteekent zake lijke werking tegenover derden en wel, volgens het ontwerp, positieve werking, d. w. z. nietigheid der overeenkomst van grens regeling werkt in 't algemeen niet tegen derden; anders dus dan in een negatief systeem, waar nietigheid, het ontbreken van eén schakel, het geheele verdere gedeelte van den ketting zou beïnvloeden. Voor den derden verkrijger staat de grens dus vast, zooals ze in het proc.-verb. is vastgelegd. Het proc.-verb. is het stuk waar 't op aan komt; het wordt opgemaakt door «een daartoe bevoegd openbaar ambtenaar» (B. W. 1905) en dat is volgens het wetsontwerp (art. 2) hier de landmeter van het Kadaster; het is een authentieke akte en «levert volledig bewijs

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1920 | | pagina 164