kaart is eigenlijk een schets, waarop door de bekende teekens de aard der scheiding wordt aangegeven in Dieren was die niet los bij het proc.-verb. gevoegd, maar maakte er deel van uit en die schets geeft dus ook aan wat bij de detailmeting moet opgemeten worden en is als zoodanig ook onmisbaar. In de praktijk komt 't erop neer, dat bij de delimitatie bijna steeds de omschrijving vervangen wordt door de aan het proc.-verb. gehechte schets, 't Is eenvoudiger dan een omschrijving van het beloop en de beteekenis der teekens kunnen de eigenaars kennen, zij staan op het proc.-verb. en op hun oproepingsbrief en, in 't algemeen, hoe eenvoudiger het proc.-verb. kan gehouden worden, hoe beter! maar uit een oogpunt van rechtszekerheid is dat ont breken der omschrijving van de grens een weinig gevaarlijk. Hoe wordt zoo'n proc.-verb. op het Kadasterkantoor bewaard? in een kluis? Hoe gemakkelijk kan niet bij een of andere gelegen heid, indien er eens kwaad opzet in 't spel is, langs een scheiding met één streepje, aangevende kant muur, een streepje gezet worden, waardoor het proc.-verb. aangeeft midden muur. Wan neer er ook een omschrijving in voorkwam, kon die bijvoeging wellicht aangetoond worden. Het veldwerk doet hier niet ter zake, in rechten is het proc.-verb. steeds de basis, de authentieke akte; het veldwerk treedt eerst op als aanvulling of vervanging ervan, als de teekens, in het proc.-verb. aangegeven, op het ter rein verdwenen zijn. Een omschrijving naast de teekening biedt dus voordeelen en daarom lijkt de vraag gewettigd of het niet beter ware, dat voorgeschreven was (art. 2) i. p. v. een omschrijving of een kaart; een omschrijving en een kaart. Opgeroepen tot de grensregeling worden de eigenaars, die in den kadastralen legger bekend staan, en de erfpachters, de op- stallers en de beklemde meiers. (Hoe is gehandeld met eigenaars van kadastraal ongenummerd? In het «overzicht», noch in het Wetsontwerp is daaromtrent iets te vinden). Een onderzoek naar de werkelijke rechten van die opgeroepenen heeft niet plaats; degenen, die in den legger staan, worden volgens het ontwerp geacht bevoegd te zijn. Niet alleen zeer practisch is dit voor schrift, ook terecht is 't zoo gesteld, waar de grensregeling geacht wordt te zijn niet een beschikkingsdaad over het onroerend goed, doch een daad van beheer; er gaat dus geen eigendom over, maar de aangewezen of «geregelde» grens wordt verondersteld i66

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1920 | | pagina 166