i87
voor zich, meter voor meter, vergeleken met het platina-iridium prototype,
en hunne totale lengten werden onderling vergeleken.
In Mei 1914 had het onderzoek, bij rond 15° plaats op overeen
komstige manier, maar nu tegelijk met drie andere meetstaven van orlgeveer
dezelfde lengte.
Wanneer de eenigszins onzekere verbetering voor de verandering van
het moleculair evenwicht buiten rekening wordt gelaten, zijn de te Sèvres
gevonden waarden
April 1913. L 4 meter 349,14 micron.
Mei 1914. L 4 meter 348,23 micron.
Het invar verandert zijne lengte in functie van den tijd. Beschouwt
men deze verandering evenredig aan den tijd, dan volgen uit voornoemde
cijfers voor het tijdstip der basismeting (Augustus 1913) en voor dat der
vergelijkingen te Delft (Januari 1914) de waarden:
Augustus 1913. L 4 meter 348,86 micron.
Januari 1914. L 4 meter 348.51 micron,
waaruit weder volgt, dat op het tijdstip Januari 19x4 de meetstaaf 0.35
micron langer was dan tijdens de basismeting.
Te Delft, werd de meetstaaf bij rond 150 vergeleken met den Neder-
landschen platina-iridium meter n°. 27. Over deze vergelijking en het
daaruit afgeleide resultaat komen uitvoerige berichten voor in Deel XXIII
blz. 311329 van de verslagen van de vergaderingen der Wis-en Natuur
kundige afdeeling van de Koninklijke Academie van Wetenschappen.
Het resultaat is:
Januari 1914. L 4 meter 357>t6 micron.
De metingen te Delft geven aldus voor de lengte van de meetstaaf
eene waarde, die 8,65 micron kleiner is, dan die welke volgt uit de
metingen te Sèvres. Dit verschil kan niet verklaard worden uit waar
nemingsfouten bij de uitgevoerde metingen.
In het voornoemde bericht aan de Academie wordt er reeds op ge
wezen, dat het verschil grootendeels verklaard zou kunnen worden uit
de waarden van de uitzettingen der platina meters zooals die in rekening
zijn gebracht om de uitkomsten der bij hoogere temperatuur verkregen
resultaten te herleiden op o°.
De Nederlandscne meter n°. 27 is vervaardigd van het eerste te Parijs
gebruikte alliage^ het prototype van het Bureau des Poids et Mesures
daarentegen van het tweede alliage.
De gemiddelde uitzettingen per i°. die in rekening gebracht werden zijn:
voor n°. 278,493 micron
voor het prototype8,662
Zij verschillen dus0,17
Uit rechtstreeksche vergelijkingen van andere meters van beide alliages
is voor dit verschil gevonden 0,02 micron.