HET TORRENS-STELSEL IN SURINAME.
24
OPENBARE VOORDRACHT GEHOUDEN BIJ DE AANVAARDING VAN ZIJN AMBT
ALS LECTOR IN HET BURGERLIJK- EN ADMINISTRATIEF RECHT AAN DEN
LANDMETERSCURSUS DER LANDBOUW-HOOGESCHOOL TE WAGENINGEN OP
WOENSDAG 8 OCTOBER 1919 DOOR A. VAN DER DEURE JUR. CAND.
M. H. Curatoren, Professoren, Lectoren en Assistenten
der Landbouwhoogeschool, Inspecteur, Ingenieurs- Veri
ficateur, Bcivaarder en Landmeters van het Kadaster,
Dames en Heeren Studenten, en gij alien, die door
Uwe tegenwoordigheid van Uwe belangstelling doet
blijken.
Zeer Geachte Toehoorders
Het mag van algemeene bekendheid worden geacht, dat de in Europa
geldende rechtsbeginselen grootendeels ontleend zijn en hunnen oorsprong
danken aan het Romeinsche recht.
Door de logische consequentie, welke aan dat recht ten grondslag ligt,
door de kernachtige en juiste formuleering, waarvan de Romeinsche juristen
zich bedienden, en door het afgeronde, systematische geheel, zooals het
tot ons is gekomen, heeft het Romeinsche recht allerwegen het inheemsche
recht verdrongen en zijn met name de wetboeken van Justinianus, het
„Corpus juris civilis" in alle landen het uitgangspunt voor de codificatie
geworden.
Die perceptie van het Romeinsche recht, dat doordringen van de rechts
beginselen der Latijnsche volkeren ging echter niet zonder strijd. Langen
tijd bleven in het Noorden van Europa de Germaansche en Romeinsche
rechtsbeschouwing naast elkander voortbestaan. Doch vooral nadat de
school der Glossatoren in Bologna hare leerlingen over geheel Europa
uitzond, moest het Germaansche recht, minder goed ontwikkeld en door
minder bekwame paladijnen verdedigd, wijken, en bleef aan het Romeinsche
recht de zege.
Ware nu de invoering van dit vreemde recht geschied met voorzichtig
heid en beleid, en waren voldoende in acht genomen de gewijzigde om
standigheden, welke in Noord-Europa golden, dan had dit voor de Ger
maansche volkeren een groote zegen kunnen zijn. Immers het Romeinsche
recht won het verre in voortreffelijkheid en bruikbaarheid.
'Alleen maar, met dat vele goede werden ongemerkt in de inheemsche