20 partijen, maar ook die van hunne families en stamverwanten bij die over dracht betrokken. En was den Romeinen inmenging van den Staat in zuiver privaat rechtelijke verhoudingen vreemd, moest daar ieder individu zelf maar zorgen, dat zijne rechten niet werden verkort, bij de Germanen waren aan het grondbezit staatkundige rechten en meerdere onafhankelijkheid verbonden, bij hen was dus verzekering van den grondeigendom een publiek belang en trad de overheid ook in het familie- en zakenleven regelend op. Iedere overdracht van onroerende goederen geschiedde daarom in het openbaar, eerst op de rechtsdagen voor de verzamelde stamgenooten, daarna voor de schepengerichten. Alle belanghebbenden hadden het recht, gedurende drie rechtsdagen, binnen „jaar en dag" tegen deze overdracht, Auflassung genaamd, op te komen, indien zij van oordeel waren dat hunne rechten waren verkort. Lieten zij dit na, dan had de verkrijger de „rechte Gewere", de be scherming van zijn recht door de overheid verworven en was hij tegen de aanspraken van vroeger gerechtigden beveiligd. „Bescherming van den verkrijger te goeder trouw", dat was het hoofdbeginsel van de Germaansche overdracht. In het Romeinsche Rijk voerde het gemis aan openbaarheid van den grondeigendom tot jammerlijke toestanden. Alle zekerheid was zoek, vooral wat betreft de credieten, welke op de onroerende goederen werden ver strekt. Alle hypotheken waren geheim en daardoor was een grond-crediet onmogelijk. Bij de receptie van het Romeinsche recht werd dit dan ook terdege gevoeld en met supplementen en amendementen op dat recht werd ge tracht de fout te herstellen, doch zonder dat het hoofdbeginsel werd losgelaten. Men wilde de rechts-zekerheid voor den nieuwen verkrijger en voor den geldschieter laten steunen op de openbaarheid van de op het goed rustende lasten. De toepassing liet echter dikwijs veel te wenschen over. ooral in den Code Napoleon, die sterk onder den overvloed stond van het latere Romeinsche recht, was deze aangelegenheid slecht geregeld. Overschrijving van de acte van overdracht was daar facultatief gesteld en wel was inschrijving van uitdrukkelijk bedongen hypotheken voorge schreven, doch deze bepaling werd door het bestaan van stilzwijgende verbanden, weiae uit kracht der wet werden geboren, weer krachteloos gemaakt. Onder de regeling van den Code Napoléon is het voor een derde volstrekt onmogelijk zich uit de registers eenige zekerheid te ver schaffen. En daardoor is de halve openbaarheid van het Fransche recht,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1920 | | pagina 26