36 Het is genoeg bekend, tot welke verplichtingen, afhankelijkheid en wederdiensten het „borg zijn" ten plattenlande dikwijls aanleiding geeft. Bij de invoering van het grondboek moet zorgvuldig worden nagegaan, wie de werkelijke rechthebbenden der verschillende perceelen zijn. De ontwerp-verordening bevat daaromtrent verschillende voorschriften. Het zou echter te ver voeren, die nauwkeurig na te gaan. Als overgangs bepalingen staan ze ook slechts zijdelings met mijn onderwerp in verband. Zooveel mogelijk zal, tegelijk met het Grondboek, een Kadaster worden opgemaakt, zoodat de perceelen in het grondboek met de kadastrale kenmerken kunnen worden aangeduid. Wordt echter opneming in het grondboek vereischt van perceelen, die nog niet kadastraal zijn opgenomen, dan moet worden overgelegd een meetbrief, waarin het perceel nauw keurig is omschreven. Ieder, die zich door den grondboekhouder benadeeld acht, kan in beroep komen bij het Hof van Justitie, waar partijen verschijnen óf in eigen persoon, óf te hunner keuze door een gemachtigde. Deze recht bank beslist ook alle geschillen over onroerende zaken. Hare uitspraak is niet vatbaar voor hooger beroep. De ontwerp-verordening geldt niet voor erfdienstbaarheden, welke door verjaring ontstaan of te niet gaan. Hiermede heb ik met U de voornaamste bepalingen der ontwerp-ver ordening nagegaan. Het zou belangwekkend zijn de juridische beginselen, welke aan dit ontwerp ten grondslag liggen aan een nauwkeurig onderzoek te onderwerpen. Daartoe ontbreekt mij echter dezen middag de gele genheid en ik hoop die op mijne colleges nogeens uiteen te zetten. Op een enkel punt moet ik echter nog de aandacht vestigen. Het Torrensstelsel, dat voor Suriname wordt voorgesteld, wijkt, wat de rechtsgeldigheid der registers betreft, belangrijk af van het Australische stelsel. Geldt daar het grondboek als volledig bewijs in rechten, dat, behalve bij bedrog of valschheid, onaantastbaar is ook voor den vorigen eigenaar, zelfs wanneer de overeenkomst, waarbij de eigendom werd overgedragen, vernietigbaar is, de voorgestelde bewijskracht der Surinaamsche registers vertoont meer trekken van het Duitsche stelsel. Het zakelijk recht zal onder de tweede hand nog steeds kunnen worden vervolgd, alleen „de gutglaubige Dritte" wordt beschermd. Is dus eene overdracht onwettig geschied, dan kan het onroerend goed altijd nog van den verkooper worden teruggevorderd, doch niet meer van den derde, die het te goeder trouw van dien verkrijger kocht, of daarop hypotheek nam.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1920 | | pagina 36