4
tot zichzelf inkeert om den afgelegden weg te overzien en de
richting voor de toekomst te be'palen, zoo heeft ook de Redactie
van het Weekblad door de samenstelling van dit «Herdenkings
nummer» getoond, dat ook zij bij dezen mijlpaal op haar weg
even heeft stil gestaan, om zich te bezinnen op haar taak.
«Bij die herinnering kwam zij als vanzelf te staan voor het
probleem der verhouding van notariaat en recht», zegt Prof.
Scholten in zijne «Herdenking», volgende op het «Herinne
ringswoord» van het Hoofdbestuur. «Het is kenmerkend voor
onzen tijd, dat hier van een probleem gesproken kan worden.
Voor vijftig jaar was dat niet goed mogelijk geweest,. Het recht
een vaste grootheid in wet belichaamd, voor het notariaat geen
andere taak in dit opzicht dan een zoo nauwkeurig mogelijke
kennis van die wet zie daar de opvatting, die toen wel alge
meen geweest zal zijn, die nog tahijke aanhangers heeft. Maar
men begint toch meer en meer in te zien, dat het notariaat mede
recht vormt. Het doet dit vooreerst door voorbereiding van de
nieuwe wetten, maar het doet dat ook naast de bestaande wet
binnen* de grenzen door deze gesteld, soms ook wel met over
schrijding dier grenzen. Het was deze onze overtuiging, die ons
aan onze medewerkers de vraag deed stellen telkens voor een
bepaald gebied den invloed van het notariaat op het recht
aan te wjjzen. De strekking dezer vraag is niet door allen
even goed begrepen en het bleek wel weer, dat het materiaal
voor de beantwoording van kwesties als deze niet gemakkelijk
te vinden is, men komt nu zoo licht óf tot algemeenheden, die
dit niet veel verder brengen óf tot het.aanzien van eigen beperkte
ervaring voor de ervaring, een neiging, waarvoor iedere practicus
op welk gebied ook op zijn hoede moet zijn. Onze medewerkers
hebben zich zeker niet door haar laten leiden, maar ik kan mij
begrijpen, dat nu de een of ander nog wel wat meer concrete
bijzonderheden had gewenscht. Niettemin, wij meenen, dezen
bundel van bijdragen tot de kennis van privaatrechtsvorming
met vertrouwen aan de Nederlandsche rechtsgeleerden te mogen
aanbieden. Iets van de beteekenis van het notariaat in dezen zal
hun daardoor toch wel duidelijk worden.»
Na aldus het met dit «Herdenkingsnummer» beoogde doel
te hebben omschreven, wijdt Prof. Scholten eenige regelen aan
het verschil tusschen publiek- en privaatrecht, dat hierin be-