5»
bevinden zich te veel, in bochten te weinig steenen en alle komen
al te lichtelijk bij uitvoering van werken voor verplaatsing in
aanmerking. De H. P.-palen, voorkomende op de rivierkaart
i ioooo, waarvan de landmeter van de Domeinen als regel ge
bruik maakt bij oeverconstateeringsmetingen, zijn onlangs ver
plaatst en in nummering veranderd, zonder dat deze administratie
daar kennis van kreeg en er zijn tengevolge daarvan zulke
metingen overgedaan moeten worden. Is het te boud te zeggen,
dat het gewenscht ware, dat de nieuwe hoekmeting voor de
rivierdriehoeksketting (waarmede de verplaatsing der H. P.-palen
verband schijnt te houden) door het Kadaster verricht werd? Het
geldt hier geen werk van zuiver kadastralen aard, noch onmiddel
lijk verband houdend ermede, maar het Kadaster, welks land
meters ter zake kundig mogen geacht worden, is het instituut,
dat de verkregen resultaten kan ordenen en bewaren naast meer
dergelijke gegevens en ze ten deele zelf kan benutten en dat
die resultaten kan verstrekken aan andere diensten, evenals dat
in de hiervoor aangehaalde gevallen plaats had en zooals geschiedt
met kadastrale gegevens, die den Topografischen Dienst ter be
schikking worden gesteld.
Behalve in verband met andere takken van Rijksdienst zij het
kadastraal-technische werk nog beschouwd in verband met metingen,
verricht door diensten als van den Provincialen Waterstaat, van
Publieke Werken in gemeenten, van waterschappen of van groote
particuliere ondernemingen. Bij deze worden die metingen voor
de uit te voeren werken, welke de begrenzing der perceelen raken,
dikwijls verricht door hun eigen technici. Extracten uit de kada
strale kaart zijn dan daarbij onmisbare stukken. Worden uit
breidingsplannen van gemeenten, zooals niet zelden gebeurt, alleen
Plaatsing
de R. G.-steengeheel op Rijksgrond, een opstaand vlak in de grens en een op
staande ribbe in het knikpunt van deze of in het snijpunt van deze met een andere
scheiding;
de O.-steen: veelal geheel op Rijtsgrond, een opstaande ribbe in het snijpunt en
een opstaand vlak in die grens, welke begint bij dat snijpunt, als men den omtrek
van het perceel in de richting van O. door Z. naar W. doorloopt;
de H. P.-paalthans zoo dat het hoekpunt (midden ondergrondschen tegel) ligt
0,25 M. rivierwaarts van het vlak aan de rivierzijde;
terwijl het Kadaster in 't algemeen verkiest bij grenssteenen het hart in het snij
punt en voor trigonometrisch punt de KAD. .steen.