hierop gebaseerd, dan-leidt de uitzetting op het terrein tot con flicten; voor stadsuitleg geschieden daarom meermalen uitgebreide opmetingen door Publieke Werken, welke later vanwege het Kadaster herhaald moeten worden. Bij de normaliseering van riviertjes, op verschillende plaatsen in ons land door de Nederl. Heidemaatschappij reeds tot stand gebracht of bij haar nog onder handen zijnde, treffen we hetzelfde aaneen zelfstandige opmeting van den ouden loop en de scheidingen in de nabijheid ervan, te verwerken tot eene kaart i iooo, waarop ook de nieuwe loop komt en waaruit de kadastrale aanduiding en grootte der over te dragen gedeelten worden gevonden, wordt niet geleverd door den landmeter van het Kadaster, die beschikt over de meest volledige gegevens omtrent de scheidingen en die naderhand de opmeting toch moet uitvoeren. Die handelwijze wordt verklaard door het volgende: men laat het meetwerk, zooals het de eerste maal geschiedt, samengrijpen met andere technische werkzaam heden, die dengene, die het verricht wel en het Kadaster niet na liggen; zoo zal bij de opmeting van het terrein voor stads uitleg tegelijkertijd de nieuwe toestand eenigszins aangegeven kunnen worden of na traceering op 't papier door dienzelfden opnemer gemakkelijker uitgezet kunnen worden en bij de nor maliseering van het stroompje laat men ook het opmeten van den bestaanden toestand samengaan met uitzetten van den nieuwen loop op het terrein (waarvan dan in het ontwerp het profiel be kend is, doch nog niet de juiste ligging in horizontalen zin) en met stroomsnelheidsmeting en waterpassing. En in verband met die werkwijze staan de kosten. Zou nu toch het Kadaster ook in deze gevallen niet moeten aansturen op het meer door zijn ambte naren laten verrichten van landmeetkundig werk? Dubbel meten voorkomen mag toch als gezond principe voorop gesteld worden en mogelijk is het, ook in de laatst aangehaalde gevallen. Om daartoe te komen zal echter die hulp goedkoop beschikbaar moeten gesteld worden. Landmeetkunde is het gebied, waarop de landmeters van het Kadaster in de eerste plaats en bij uitstek deskundig zijn. Zij zijn het, die het meetwerk, 't welk het kada strale direct raakt, dienen te verrichten. Of zij ook verder kunnen gaan en aanverwante werkzaamheden, als boven geschetst, op zich nemen hangt o.m. af van hunne opleiding en hun aantal; soms grijpen die werkzaamheden en het meten zoo in elkaar, dat 52

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1920 | | pagina 52