zeer geschikt zijn draineerbuizen van 5 c.M. binnen wijdte en zonder kraag. Het transport is geen bezwaar en de kosten zijn ook gering. Het is beslist af te raden ze zoo te plaatsen, dat ze boven den grond uitsteken. Daarvoor zijn ze te bros en men zou ze later als scherven terugvinden of heelemaal niet, n.l. wan neer een nieuwsgierige zich van het «pottie» had meester ge maakt. Het beste bevind ik mij bij een ondergrondsche plaatsing. De arbeider graaft een gat van ruim een halve meter diep en plaatst er een vierkante tegel in met de concentrische cirkels naar boven. Daarop wordt de buis geplaatst op het midden en wordt de ruimte rondom weer aangevuld, zoodat van de buis nog alleen de bovenrand zichtbaar blijft. Om er een jalon goed recht in te kunnen plaatsen is het doelmatig de buis halverwege met zand te vullen. Gedurende de tijd, dat aanwijs der scheidin gen plaats heeft, kunnen de arbeiders zich bezig houden met het plaatsen der buizen, zooals hun is aangewezen. Daarna heeft de meting plaats, waarna de buis weer gedekt wordt door een tweede tegel, zonder dat deze op de buis rust. Het geheel wordt nu onzichtbaar gemaakt en door een zode als anderszins met de omgeving in overeenstemming gebracht. Deze laatste tegel, on geveer een decimeter onder den beganen grond, is daarom zoo gewenscht, omdat dan de buis spoedig teruggevonden kan worden door het prikken met een meetpen, terwijl beschadiging niet plaats vindt. Vermakelijk is de verbazing te zien bij aanwijzers, die de «ontdekking» van een oude buis bijwonen. Zij meenen sinds jaren ter plaatse zoo goed bekend te zijn en moeten erken nen toch nooit het bestaan van die buis te hebben geweten. Men zij echter op zijn hoede voor de dorpsjeugd bij het plaatsen van een nieuwe buis. Het meest doelmatig is om de nieuws gierigheid op een gepaste manier af te leiden, totdat de buis onzichtbaar is gemaakt. De buis zal anders horizontaal liggen voor de zon onder is. De afstanden der buizen onderling zijn twee a driehonderd meter, afhangende van de gegeven terreinstoestand. De nadeelen van te lange lijnen zijn voldoende bekend uit het hermetings- veldwerk van vroegere jaren. Als de terreinstoestand dit beslist noodig maakt, wordt de buis iets ter zijde van de lijn geplaatst, want bovenal moet voor het meetpunt gestreefd worden naar een rustige plaats, en ook doet het zich meermalen voor, dat de 56

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1920 | | pagina 56