59 netten van lagere orde sluiten daarin aan en aan die laatste sluiten ook de kadastrale polygoontrekken. De geringere nauw keurigheid van alle aansluitend werk, zoo die mocht bestaan, wordt opgeheven voor een groot deel door genoemde methodes van aansluiting, welke rationeele verdeeling van fouten mogelijk maakt. Al heeft men door die aansluitingsmethod'es niet de nauwkeurigheid van het primaire net bereikt, dan toch voorzeker wel een resultaat, dat voor kadastraal werk alleszins voldoende is, bij toepassing van de methode der kleinste kwadraten waar schijnlijk meer dan voldoende. Maar voor grensbepaling, voor het weer kunnen uitzetten van verloren geraakte of betwiste grenzen, hebben die aansluitings methodes slechts een betrekkelijke waarde. Ze stellen in de gelegenheid om alle brekingspunten van eigendomsgrenzen op eenzelfde assenstelsel voor het geheele Rijk in coördinaten te bepalen en zouden zoodoende een hulpmiddel kunnen zijn om bijv. met behulp van den coördinatograaf vlug een zuivere kaart te kaarteeren, maar voor grensbepaling zouden die coördinaten, zoo ooit, dan toch alleen in zeldzaam moeilijk terrein te hulp worden geroepen. Men zal er in 't algemeen voor grensbepalingen geen nut van trekken dan alleen voor het vastleggen van nieuwe vaste punten en herstellen van verloren geraakte, dus voor het intact houden van den grondslag van het werk. Dat is voor zeker zeer belangrijk, maar wanneer die vaste punten nog intact zijn dan heeft men die coördinaten niet noodig en zal men een voudig gebruik maken van de meetcijfers op de veldwerken voorkomende. Bij 99 °/o van de toekomstige grensbepalingen zal het verband, door de aansluitingsmethodes gelegd, niet be hoeven gevoeld te worden, als we maar zorgen dat de vaste punten niet verstoord worden en dat zal o.a. veel afhangen van de plaats waar ze zullen worden opgericht. Bij de hermeting van Dieren, waar toch zooveel verricht is voor de vastlegging der eigendomsgrenzen, is van de berekening in coördinaten van genoemde brekingspunten der eigendomsgrenzen geheel afgezien, men meende dus ook daar en terecht bij grens bepalingen in 't algemeen er wel buiten te kunnen en er voor de kaarteering der plans of voor de berekening van de grootten der perceelen geen nut van te zullen trekken evenredig aan den tijd, welke aan die coördinatenberekening zoude moeten worden besteed.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1920 | | pagina 59