5
staat, dat het eerste in hoofdzaak dwingendhet tweede aanvullend
recht is.
Juist dit karakter van het privaatrecht als aanvullend recht laat
den notaris zulk een wijd veld tot rechtsvorming en hij heeft er
een veelvuldig gebruik van gemaakt. Maar merkwaardiger nog
dan dat hij het gedaan heeft, is de de wijze waarop het is ge
schied. «Want de notaris is volstrekt niet de man, die gretig de
verlangens van zijn cliënten aangrijpt om ze in nieuwe formu
leeringen van eigen vinding neer te leggen en zoo tot nieuw
recht te maken. Als hij vernieuwer en hervormer is, is hij het
contre-coeur en meest onbewust. Treub maakt de opmerking
dat het notariaat een conservatieve factor in onze maatschappij
is. Dit is nog in anderen zin waar dan deze schrijver het bedoelt.
De notaris is behoudend, doodsbang oin zich aan koud water te
branden, wars van iedere zucht naar het nieuwe. Het is ook zoo
begrijpelijk. Hij moet vóór alles voorzichtig zijn. Groote belangen
worden hem toevertrouwd, hij moet zijn akten zóó maken, dat
ieder gevaar voor nietigheid of betwisting zelfs is uitgesloten.
Hoe veiliger te gaan dan op het paadje dat hij zelf en zijn voor
gangers altijd betreden hebben? Voeg er bij ik mag het wel
aanstippen, al glijd ik er snel overheen dat dit ook zooveel
gemakkelijker is, zooveel minder inspanning eischt, dat notariaat
en sleur nu niet bepaald vreemden voor elkaar zijn. En deson
danks heeft het notariaat nieuws gegeven, heeft het tallooze clau
sules en formules uitgedacht, heeft het regelingen geschapen, die
tot recht zijn geworden. Zelden plotseling en in eens, meest in
aansluiting aan het bestaande, een geleidelijke ontwikkeling, die
zonder sprongen is gegaan, voetje voor voetje, maar als ons
huwelijksgoederen- en erfrecht, onze hypotheek en onze regeling
van vennootschap en zooveel meer anders is dan van voor 50
jaar, is het niet voor een goed deel het werk van het notariaat?»
Voor het privaatrecht is verder in tegenstelling van het
Staatsrecht -de positie van den rechter karakteristiek, de
privaatrechtstudie concentreert zich in den rechter. In het zooge
naamde gewoonterecht is de regel des levens tot «Entschei-
dungsnorm» geworden; in het contractenrecht vormt het
bestendig gebruikelijk beding de brug. Ook hier opent zich een
ruim veld voor de rechtsvorming door het notariaat. «Indien
tusschen twee partijen is overeengekomen, dat de een den ander