63
last moeten, althans in alle buitengemeenten, als het ware tot
hoofddoel hebben de mogelijkheid te scheppen, dat als regel alle
eigendomsgrenzen weer op het terrein kunnen worden uitgezet
enkel met de genieten maten, dus zonder uitpassing van de kaart
of van eenige uit de meetcijfers opgebouwde teekening op groote
schaal.
Tot dat doel behoort die landmeter, zonder zich om trigonometrie
of polygonometrie ook maar in het minst te bekommeren, te veiae
na te gaan waar de meest geschikte plaatsen zijn gelegen voor
het aanbrengen van de vaste punten, die blijvend aan het doel
waarvoor zij geplaatst zijn kunnen beantwoorden zonder voor het
verkeer, de bebouwing of het uitzicht een hinderlijk object op
te leveren. Daarbij dient, in acht te worden genomen, dat het,
hoewel wénschelijk, niet beslist noodzakelijk is dat steeds van
het eene punt naar het volgende kan worden geviseerd. Men
kan 2 punten ook zoo plaatsen, dat ze van elkaar goed gezien
kunnen worden, maar dat in hun verlengde, enkele meters verder,
eerst de plaats is bereikt waar naar een derde vast punt kan
worden gericht. Niet alle vaste punten behoeven juist in de ver
bindingspunten van de meetlijnen te worden geplaatst. In uiterste
consequentie zou men elk verband tusschen meer dan twee vaste
punten kunnen laten varen, maar dat zou het aantal vaste punten
onnoodig^ vermenigvuldigen en over 't geheel genomen geen be
paald economische werkwijze zijn, evenwel valt niet te ontkennen,
dat zij in enkele voorkomende gevallen daarom toch wel toe
passing zou mogen vinden. Zoo zouden bijv. bij verspreid liggende
groepen van eigendomsgrenzen zeer wel groepen van vaste punten
kunnen geplaatst worden zonder direct verband met andere zulke
groepen.
Hebben de vaste punten aldus hun blijvende plaats gevonden'
dan kan het onderling verband door driehoeks- en polygoon-
meting gelegd worden, het ontworpen stelsel moet beschouwd
worden als een brug of tusschenstation tusschen de trigonometrische
en de lineaire meting.
Wanneer de landmeter aldus zijn vaste punten zal kunnen
kiezen zonder zich om de driehoeksmeting te behoeven te be
kommeren en daarmede de zorg voor de te vervaardigen kaart
ook van hem is weggenomen, dan zal hij bij het bepalen van
de juiste plaats voor de vaste punten zich vrij kunnen oriënteeren