verbonden, dat behoort niet tot de zorg van den landmeter belast met te hermeting en eerst wanneer deze aan de kaarteering van de plans toe is heeft hij de resultaten der trigonometrie noodig, in casu de coördinaten der vaste punten. Tot heden heett het kadaster nergens eigen vaste punten dan in de hier en daar sporadisch verrichte hermetingen. De meeste van die punten zijn onder den grond verzekerd, omdat men juist en alleen de driehoeks- en polygoonpunten als vaste punten uit koos vanwaar uit de kadastrale vastlegging der eigendomsgrenzen moest plaatst hebben. Een gevolg daarvan is dat men zich het plaatsen van vaste punten altijd verbonden denkt met hermeten op den ouden voet. Het aandringen op hermeten op dien voet, successievelijk van alle gemeenten, is deels een gevolg daarvan, dat men op die wijze alleen meende aan vaste punten te kunnen komen. Het thans aanbevolen stelsel maakt het mogelijk, dat overal in het Rijk tegelijk de hermeting kan aanvangen, zich als het ware ongemerkt voortzetten en in betrekkelijk korten tijd zonder veel kosten kan voltrekken. Wanneer de plaatsing der vaste punten goed wordt aangepakt, dan leent het stelsel zich daarvoor uitstekend. Op welke wijze ik zou wenschen, dat het werk uitgevoerd werd, zal ik een volgend maal mededeelen. Ik ga daarbij van de vooronderstelling uit, dat er een wet op de grensregeling tot stand komt of en daaraan zou ik voor mij de voorkeur geven een eenvoudige op alle gevallen van vastleggen van eigendomsgrenzen door het kadaster passende aanvulling van ar.t. 678 B. W. zooals door mij is voorgesteld. (K. en L. 1919, blz. 52). Geschiedt dat laatste dan kan immers het kadaster de bewijskracht erlangen die het toekomt, eenvoudig door te voldoen aan de voorwaarden in die aanvulling wettelijk vastgesteld. Ik houd mij verzekerd, dat wanneer die aanvulling een voldongen feit zal zijn geworden, dat dan een gloed van nieuw leven door het landmeterscorps zal varen. Reorganisatie, schatting, al die dingen waarnaar nu reikhalzend wordt uitgezien om maar uit den poel van onbeduidendheid te geraken, waarin de land meters gevoelen, dat een kadaster als we nu hebben hen ook bij de beste opleiding zal blijven trekken, zullen dan als met toover- slag van de baan zijn. Dan zal het geroep om vaste punten aller - wege worden vernomen, ook bij de grondeigenarenlaten we 66 I

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1920 | | pagina 66