68
punten A, i en 2, waardoor op de bekende wijze het hulppunt
a kan worden berekend.
Een volgende cirkel denken we ons getrokken door de punten B,
a en 3. Op dezen cirkel berekenen we het hulppunt b.
Zoo voortgaande berekenen we ten slotte op den cirkel, be
schreven over de punten E, d en 5 het hulppunt e.
Dit punt levert nu met het (bekende) punt 6 het azimuth (6 E)
en het punt E, het laatste punt der reeks, kan thans het eerst worden
berekend n.l. uit den driehoek E 5 6.
Het punt E levert vervolgens met d het azimuth (E D), zoodat
D kan worden berekend uit den driehoek D c d.
Aldus voortgaande kunnen alle (onbekende) punten der reeks
worden bepaald.
Het zal wel geen nader betoog behoeven, dat het voorgaande
slechts is bedoeld als een wiskundige merkwaardigheid en niet
als een vraagstuk van practische waarde.
P. Rietsema.
