Ax
70
dan den afstand BP uitpassen en heeft eene benaderde waarde
voor x, stel x,. Met deze benaderde waarde berekenen we uit
(1) en (2) cos 0; we vinden dan twee waarden, 0, en 02. Stel
nu dat de ware waarde van x is Xj -f- A x, dan moeten 0i en tp2
correcties ondergaan zóó dat <pt -|- A (pi <p2 A 02 of
A (pi A cp2 (p2 cp(3).
De pnnten B en C moeten in dezelfde richting langs BP over
een afstand A x verschoven worden, (fig. 2.)
Nemen we b.v. het punt C,
dan kunnen we deze verschui
ving vervangen door PD om
P te laten draaien over een
hoekje A (pi zoo dat C in E
komt (DC D,E) en daarna
D,E te laten draaien om Dj
tot E in Ci valt. Vervangen
we nu nog de cirkelboogjes
X7 door rechte lijntjes, dan krijgen
we een driehoek ECCi, waarin
EC e A (pi en CiE _J_ CD en CE J_ PD. Voor het punt B
vinden we een driehoekje FBB,, waarin weer BB, A x,
BF b A (p2, B,F AB en BF AP. (De driehoek FBB, is
in de figuur niet geteekend).
Laat men nu in de constructiefiguur (die we toch reeds hebben)
uit C en P loodlijnen neer resp. op AP, CD en AB, dan zijn de
driehoeken PCf en PCg blijkbaar gelijkvormig resp. met ECC,
en FBB,. (Gelet moet worden op de ralatieve ligging van f, g
en C, daar hiervan de teekens van A 0i, A 02 en A x afhangen).
CfCE e A (pi
Cg BF bA 02 m'
De lengten Cf en Cg kan men uitpassen en zoo m vinden.
Ten slotte heeft men dus
4S
Nu is dus
A 0inib
A 02 e
(4)
Men heeft dus nu in (3) en (4) het verschil en de verhouding
van A 0i en A 02kan dus beide gemakkelijk bepalen.