94 geschiedt met behulp van den hoogterand en zijn afleesinrichting, heeft bij 't Hollandsche instrument plaats met het daartoe aange brachte niveau; verder is de bijzonder ingerichte statiefkop en de bevestiging van het instrument daarop doeltreffender dan de af beelding in genoemd „Zeitschrift" voor het Duitsche instrument aangeeft. Aan de beschrijving in jaargang 1909 blz. 245 zou kunnen worden toegevoegd, dat de praktijk de overbodigheid heeft be wezen van de visierinrichting, gevormd door het dradenkruis onder in de klemschroefbuis en het losse-boven op die buis passende- visierdekseltje. Voorloopige centreering met een los schietlood voldoet uitstekend en brengt het voordeel mee, dat de kijker op het instrument bevestigd kan blijven, Ook de .coulissen-inrichting van den statiefkop kan achterwege blijven; ze werd dan ook voor de Nos 855 en 856 niet aangebracht. Waar nu vast staat, dat in 't bijzonder bij veelhoeksmeting hooge eischen gesteld moeten worden aan het viseeren en centreeren, meenen wij belangstelling te mogen verwachten voor het antwoord, dat de praktijk van eenige jaren (met een respectabel aantal op stellingen) geeft op de vraag hoede centreerinrichting deKoningh voldoet. Welnu dat antwoord is onverdeeld gunstig. Waar de bij kad.-steenen gebruikte viseer-roeden, de bij gas buizen aangewende staafjes enz. steeds zeer goed voldeden, blijft het gebruik van drie (of meer) drievoeten, met omzetting van het instrument, uitzondering en kunnen wij ons dus bepalen tot het centreeren. Dat optische centreering in 't algemeen de voor keur verdient boven schietloodopstelling, de praktijk onder velerlei weersgesteldheid leert het dagelijks. Een afzonderlijk „Nagel"- instrumentje is in strijd met de eischen van beknoptheid en ge makkelijke vervoerbaarheid, die aan een veelhoeks- en gewonen dienst-theodoliet gesteld moeten worden, de praktijk doet ons de bovengenoemde centreerinrichting als de oplossing bij uitnemend heid kennen. Zij verschaft ons, bij de gewenschte nauwkeurigheid: ie. snelheid-, de opstelling vereischt niet de helft van den tijd, noodig bij schietloodgebruik 2e. zekerheid-, bij ronddraaien van den kijker beschrijft het dradenkruis van den kijker een cirkeltje van een paar tienden millimeter middelijn

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1921 | | pagina 100