95
3e. gemakwegens mindere inspanning (herhaaldelijk bukken
en van plaats veranderen bij schietlood-opstelling),
terwijl zij ten slotte uitmunt door eenvoud.
Deze niette onderschatten voordeelen doen deze centreerinrichting
vèr verkiezen boven iedere andere ons bekende werkwijze. Wij
zijn herhaaldelijk in de gelegenheid geweest nieuwelingen er mede
te laten werkenzij waren zonder onderscheid spoedig met de
inrichting vertrouwd; bezwaren tegen de constructie werden nim-
mer opgemerkt De praktijk heeft niet anders dan voordeelen te
boeken gehad.
Dezer- dagen toonde de heer de Koningh ons een 12 c.M,
theodoliet met optische centreerinrichting, waarbij een achter het
oculair geplaatste instel-lens met heugelbeweging is aangebracht,
waardoor een vast oculair wordt verkregen en het enkele centimeters
uitschuiven daarvan, anders noodig" bij lage centreering, wordt
uitgeschakeld. Bovendien maakt deze lens het gebruik van een
grooter objectief mogelijk; het bedoelde instrument, waarvan wij
door beschikbaarstelling van een cliché door den heer de Koningh
een afbeelding kunnen geven, heeft een 25 c.M. langen kijker
met een objectief van 30 m.M. waardoor een groote helderheid
wordt verkregen. Verder zijn de afgevijlde stelschroefjes van het
kruisdradenraam door een omgeschroefden ring bedekt, zonder
twijfel een verbetering, want: hoe minder uit-stekende deelen aan
een instrument, hoe beter. Op het oculair is, evenals bij water
pasinstrumenten reeds veel geschiedt, een kleine schaalverdeling
aangebracht, waardoor ieder waarnemer het oculair terstond op
zijn oog kan stemmen.
Wij juichen het aanbrengen dezer Nederlandsche centreerinrichting,
ook op eenigszins grootere instrumenten, ten zeerste toe; zij heeft
haar bestaansrecht op schitterende wijze in de praktijk bewezen
en verdient ons aller belangstelling volkomen.
J. F. A. van Riessen,
LUCHTVAART EN PHOTOGRAMMETRIE.
Bij beschikking van den Minister uan Oorlog d.d. 1 April 1921,
IIe Afd., N°. 167 is de «Sub-Commissie voor Photogramme-