to2 Aan Zijne Excellentie den Minister van Financiën, 's- Gravenhage. Het Bestuur der Vereeniging voor Kadaster en Landmeetkunde neemt de vrijheid de aandacht van Uwe Excellentie te verzoeken voor de na volgende opmerkingen. Onder de tegenwoordige wet op de grondbelasting bestaat een nauw verband tusschen de inrichting van het kadaster en de uitvoering van genoemde wetgrondslag voor de kadastrale huurwaarde is het kadastrale pei ceel. De ontworpen wet is gebaseerd op de verkoopwaarde. Als schattings eenheid voor de vaststelling dier verkoopwaarde is hel kadastrale perceel absoluut ongeschikt. De kadastrale boekhouding moet derhalve geheel worden omgewerkt. Maar hoe? Bij het stelsel van eigen aangifte kan een geheele scheiding van de diensten van de grondbelasting en het kadaster verkregen worden. Bij ambtelijke vaststelling moeten de uitkomsten der schattingen in de openbare registers worden opgenomen. Het wets ontwerp eischt in art. 36 aangifte „voor ieder eigendom afzonderlijk". Blijkens de toelichting van dat artikel in de Memorie van Antwoord is daarmede bedoeld het economisch perceel. Ergo zou, om deuitkomstenderschattingenindekadastrale leggers te kunnen opnemen en bijhouden, de geheele kadastrale en hypothecaire boekhouding moeten worden gebaseerd op het economisch perceel. Dit is naar onze meening onmogelijk. (We verwij zen tevens naar het éénstemmig oordeel der Reorganisatie Commissis van den kadastralen dienst, blz. 59). De eenigste uitweg is dan een dubbele boekhouding. De vervaardiging daarvan (bijna 20000 plans en jfly millioen perceelen) zal jaren duren en de bij houding dubbel personeel eischen. Wij waarschuwen met nadruk tegen die consequentie en geven Uwe Excellentie beleefd in overweging als object van waarde te nemen het eigendomsperceel. Voor de schatting van het eigendomsperceel kan dit onder verdeeld worden in economische perceelen of in 't algemeen in al zulke onderdeelen als een doelmatig ingerichte grondbelastingdienst eischt, waar toe alle gegevens door den kadastralen dienst verstrekt kunnen worden, echter zonder vernummering bij het kadaster, zoodat dit geheel ingericht kan worden naar de eischen, welke de grondeigendom en het grondcrediet stellen. Het komt ons voor, dat het formulier voor het aangiftebiljet, des- gewenscht, zoodanig ingericht kan worden, dat ook door de belasting plichtigen een aangifte naar economische eenheden wordt verstrekt. Wij veroorloven ons daarom beleefd aan te bevelen de woorden „voor

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1921 | | pagina 108