THEODOLIETEN VOOR AANSLUITING VAN
KADASTRALE HERMETINGEN AAN DE
RIJKS-DRIEHOEKSMETING.
De capaciteit van theodolieten, aan te wenden bij trigonometri
sche puntenbepaling, in aansluiting met de punten van Rijks
driehoeksmeting, hangt samen met de nauwkeurigheid, welke
voor het doel noodig of wenschelijk is.
Is het doel eene kaart te vervaardigen en deze bij te houden
naar de graphische methode, dan wordt geen hoog opgevoerde
nauwkeurigheid vereischt, omdat het toch onmogelijk is een
graphische bijhouding in overeenstemming te houden met de
nauwkeurigheid van den technischen grondslag.
Is het doel daarentegen het geheele resultaat der opmeting in
cijfers uit te drukken en bij te houden dan is groote nauwkeu
righeid niet slechts eisch van deugdelijkheid, doch tevens eisch
van zuinigheid.
Tusschen een driehoeksmeting ten behoeve der graadmeting
en die ten behoeve van het kadaster bestaat een cardinaal verschil.
Bij de eerste wordt gestreefd naar de hoogst bereikbare nauw
keurigheid. Daartoe moeten de hoogste eischen gesteld worden
aan de instrumenten, aan de vermijding van ongunstige invloeden,
aan het streven naar de gunstigste snijdingen der te meten
richtingen, onder opvoering van het aantal rondmetingen op elk
station tot een maximum, dat binnen den korten duur van gunstige
waarneming bereikbaar is.
Aangezien, bij afdaling van het groote tot het kleine, onder
aanwending derzelfde instrumenten en meetmethoden, de middel
bare fout, in lineaire afmeting uitgedrukt, afneemt, kan men bij
driehoeksmeting voor het kadaster, reeds een gelijke nauwkeurig
heid bereiken als, bij verkorting der afstanden, eenvoudiger
instrumenten worden aangewend, het aantal rondmetingen beperkt
en, zonder ongunstige snijdingen toe te laten, toch met minder
gunstige genoegen neemt.
Bij het verminderen der afstanden van de gegeven punten tot
het te bepalen punt vermindert ook de invloed van verschillende