gemiddelde afstand 6,5 K.M.) vertoonen als de andere en verder hieruit dat de m. f. der uit de puntenbepaling vereffende richtin gen bij de 35 hoofdpunten (iicc) slechts'één seconde grooter is dan die uit de stationsvereffening, welke onafhankelijk is van de fouten in de Rijksdriehoeksmeting. Men zou kunnen pogen door vele rondmetingen de nauw keurigheid der waarnemingen op te voeren tot het verlangde peil. Om de m. f. van iocc neer te drukken tot 5" (voor gemiddelde afstanden van 6 K.M.) zou men theoretisch 16 rondmetingen of, bij 6 richtingen op gegeven punten, 384 microscopische schattingen, met onverminderde inspanning der oogen, moeten verrichten. Voor 8 K.M. zouden ongeveer 700 aflezingen noodig zijn. Komen bij elke rondmeting nog de richtingen op 6 te bepalen punten, dan verdubbelen die cijfers. Hiermede meen ik te hebben aangetoond, dat met den aflees- microscoop niet met enkele waarnemingen een resultaat kan worden bereikt, voldoende aan den vooropgestelden eisch, indien de afstanden der gegeven secondaire punten klimmen boven enkele kilometers of indien voor de bepaling van een punt met minder gunstige (daarom nog geen ongunstige) snijdingen ge noegen moet worden genomen. Aangezien dit herhaaldelijk voor komt bij punten van kadastrale driehoeksmeting van den tweeden rang, die als uitganspunten van door den aard van het terrein gegeven veelhoekstrekken moeten dienen, behoort het gebruik van den theodoliet met trommelmicroscopen zich ook tot die punten uit te strekken. De aanvaarding van de beste, mits gemakkelijk vervoerbare trommelmicroscoop-theodolieten is een eisch van spaarzaamheid. De geschiedenis der bijhouding van ons kadaster, welke een doorloopend verhaal is van de kostbare pogingen, om schijnbaar nauwkeurige resultaten te bouwen op den grondslag van onnauw keurige gegevens, geeft ons een les, welke niet kan worden misverstaan. Bij £de veelhoeksmeting hangt de nauwkeurigheid der hoek meting in zoo overwegende mate af van de juiste centreering en viseering, dat pogingen om de nauwkeurigheid op te voeren door reïteratiemeting, neerkomen op verspilling van tijd. In de gevallen ii4

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1921 | | pagina 120