rekening gehouden met de ondervinding elders opgedaan, heeft
men niet voldoende overwogen of het geprojecteerde hervormings
proces wel in alle opzichten uitvoerbaar zou zijn. Voor idealisten
op kadastraal gebied blijft er nog zeer veel te wenschen over.
Voor het Kadaster ligt nog een groot arbeidsveld braak. De
.eenige werkkring tot heden heeft zich bepaald tot de exploitatie
van een meetbrievenstelsel, waarvan de werking aan eene breed
voerige bespreking onderworpen zal worden.
Naast het kadastrale vraagstuk treedt hier in Indië bij het
Kadaster sterk op den voorgrond het personeelsvraagstuk. De
jonge Landmeters, zelfs de Adjuncten trachten overal een goed
heenkomen te zoeken. De reden daartoe zal men niet alleen
moeten zoeken in de minder goede betaling, doch het tijdstip,
dat die uittocht een aanvang nam, doet me vragen of er soms
dingen gebeurd zijn, die groote ontevredenheid gewekt hebben
bij het Korps Landmeters. De opleiding hier in Indië laat nog
zeer veel te wenschen over, en zal niet die krachten kweeken,
die aan de in de toekomst te stellen eischen zullen kunnen
voldoen.
Door de hier aangehaalde onderwerpen min of meer uitgebreid
te behandelen, wissel ik mijne aan diverse Collega's in Holland
gedane beloften in, en hoop, dat men na lezing een duidelijken
kijk zal hebben op het Indische. Kadaster en op de bij dien
diensttak heerschende toestanden.
(Wordt vervolgd.)
J. H. Raeven.
INGEKOMEN BOEKWERKEN.
a. Verslag der Staatscommissie, ingesteld bij Kon. Besl.
van 10 Nov. 1911, N°. 30, tot het instellen van een onderzoek
omtrent het vraagstuk der «Droogmaking van de Plassen
beoosten de Vecht», met bijlagen. Utrecht 1920. Geschenk
van den heer Boer).
b. Jaarboek van het Koninklijk Nederlandsch Meteoro-
logisch Instituut, N°. 98. Een en Zeventigste Jaargang
1919. B. Aardmagnetisme.
c. Nieuw Tijdschrift voor Wiskunde, 8e Jaargang 1920/21,
12 2