vraagstuk door de behandeling van het grondbelastingontwerp in de Tweede Kamer wel zeer accuut geworden. Weinig heeft het gescheeld, of de denkbeelden, voorgestaan door de minderheid der Reorganisatie-Commissie waren goeddeels verwezenlijkt. Ge lukkig strandde het ontwerp op art. 7, waardoor deze ramp van ons dienstvak kon afgewend worden. Het staat te bezien of K. en L. andermaal tegen het wetsontwerp zal moeten ageeren, nu in Minister Jhr. Mr. de Geer een nieuwe bewindsman is opgetreden. Het wetsontwerp op de ruilverkaveling is in een vergevorderd stadium van voorbereiding. De uitvoering der ruilverkaveling wordt in het ontwerp opgedragen aan een plaatselijke commissie, die zich door een deskundige doet bijstaan. Wel schijnt uit de memorie van toelichting te blijken, dat met dien deskundige in het algemeen de landmeter van het Kadaster bedoeld wordt, de mogelijkheid is niet uitgesloten, dat de toepassing der wet tot andere gevolgen leidt. Het bestuur zal zich daartoe eerstdaags tot den Minister van Landbouw, enz. wenden met het verzoek om in het wetsontwerp het woord deskundige te vervangen door: landmeter van het kadaster. De Secretaris, Leiden, 28 Juli 1921. Iwema. AANVULLING RANGLIJST. Ter aanvulling der ranglijst dient de volgende opgave van door ambtenaren behaalde diploma's: a. Landmeters: A. G. F. de Neijn van Hoogwerff, civiel landmeter 1891. P. J. F. Kater, civiel landmeter 1895. P. J. Hamelberg, M. O. wiskunde K. I. en Q. S. de Grebber, K. I. en K. V. b. Adspirant-Landmeters J. A. M. aan den Dijk, K. I. c. Teekenaars: J. G. Koren, M. O. schoonschrijven 1909. 128

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1921 | | pagina 134