VERSLAG VAN DE RIJKSCOMMISSIE VOOR GRAAD
METING EN WATERPASSING AANGAANDE HARE
WERKZAAMHEDEN OVER HET JAAR 1919.
135
Observatorium der Coast and Geodetic Survey der
Vereenigde Staten van Noord-Amerika te Vieques op
Porto-Rico met het oog op zijne ligging in de nabijheid onzer
West-Indische Koloniën; de westelijke declinatie bedroeg aldaar,
respectievelijk:
in 1908 20 02',5
1914 3°.oo',4
1918 3°)34>I-
Gedurende dit 10-tal jaren vermeerderde de declinatie aldaar
dus gemiddeld ongeveer met 9'per jaar.
T. POLÊE.
Voldoende aan het voorschrift, door den Minister van Binnenlandsche
Zaken, bij beschikking van n Mei 1879, letter M, afdeeling Kunsten en
Wétenschappen, haar gegeven, heeft de Rijkscommissie voor Graadmeting
en Waterpassing de eer, aungaande hare werkzaamheden in het jaar 1919
het volgende te berichten.
Commissie.
De Commissie was op 1 Januari 1919 samengesteld als volgt:
Leden: Dr. H. G. van de Sande Bakhuyzen c. i., voorzitterHk.
J. Heuvelink c. i., secretaris
Dr. J. J. A. Muller; Dr. J. P. Kuenen; Dr. A. A. Nijland.
Ambtshalve leden: de hoofdingenieur van den Waterstaat, belast met
den algemeenen dienst, W. F. Stoel c. i.; de chef der afdeeling Hydro-
graphie van het Departement van Marine, J. M. Phaff, kapitein ter zee-
titulair; de directeur van de militaire verkenningen, H. C. Fortanier,
majoor van den generalen staf en de ingenieur-verificateur van het kadaster
te Utrecht, P. J. Hogenhuis.
Op 1 Mei 1919 trad de majoor H. C. Fortanier af als directeur der
militaire verkenningen en werd opgevolgd door den kapitein I. H. Rey nders.
Vergaderingen.
Ter bespreking van hare aangelegenheden vergaderde de Commissie
twee malen te 's-Gravenhage.