144 (2) Ten aanzien van de hier bedoelde gronden heeft geen vrijstelling van pachtsom noch van verponding plaats Art. 18. (1) Gronden volgens art. 9 niet uitgesloten, kunnen aan per sonen, die aan art. 11 voldoen (handelt over «wie tot erfpachter wordt toegelaten»), op aanvraag in erfpacht worden afgestaan tot inrichting als kleine landgoederen of buitenverblijven, mits betalende eene pachtsom, gelijk aan het hoogste bedrag dei- landrente of der belasting die haar vervangt, met toepassing voorts der artikelen 13 en 14 en onder de verdere voorwaarden door den Gouverneur vast te stellen. (2) Elk dezer perceelen mag vijftig bouws niet overschrijden. Art. 18a. Ten behoeve van den kleinen land- en tuinbouw, uit te oefenen door minvermogende Europeanen of met hen ge- lijkgestelden, kunnen gronden volgens art. 9 niet uitgesloten, naar bij ordonnantie vast te stellen regels voor zoover afwijkende van art. 16, op aanvraag in erfpacht worden afgestaan. De in Ned. Indië gevolgde grondpolitiek is in voornoemde wets- en andere bepalingen voldoende aangegeven; hierop critiek te geven zou mij te ver voeren van het doel, eene duidelijke beschouwing te geven van den agrarischen toestand van den bodem, zooals de feiten zich aan ons voordoen en die we hebben te accepteeren. En toch zou zulks geen nuttelooze arbeid zijn, omdat we nog zoover zijn van ideaaltoestanden, die we bij mo derner grondpolitiek dicht zouden naderen, en waar Indië zich zoo bij uitstek voor leent. Hierboven is reeds medegedeeld, dat tot domein van den Staat is te rekenen het geheele rechtstreeks bestuurde gebied van Ned. Indië, voor zoover niet door anderen daarop het eigendoms recht wordt bewezen. Tot deze eigendomsperceelen behooren de perceelen kleiner dan 10 Bouws, als bedoeld in alinea 2 van art. 62 van het Regeerings- reglement, door den Gouverneur-Generaal aan derden in eigendom afgestaan, de perceelen Agrarisch-Eigendom ontstaan op den voet van de bepalingen bij Kon. Besluit van 16 April 1872, N°. 29 (Ind. Stbl. 117), waarvan heel weinig gebruik is gemaakt, verder de particuliere landerijen, waaronder verstaan worden uitgestrekte terreinen, tijdens het bestaan der Oost-Indische Compagnie en

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1921 | | pagina 152