J5° hermeting van Dieren en de aankondiging van het in te dienen wetsontwerp op de ruilverkaveling memoreert. Naar aanleiding van de ledige plaats van den Secretaris-Pen ningmeester 4eelt hij mede, dat diens ziekte-toestand, geen phrase, maar droeve waarheid, zoodanig verergerd is, dat hij thans het bed moet houden en in geen geval ter vergadering kan komen. Hierna stelt de Voorzitter voor, het eerst, punt_/II: (verkiezing van een bestuurslid) te behandelen. Dit is namelijk gewenscht met het oog op het maken van aanteekeningen voor het verslag der vergadering. Daar de heer J. F. A. van Riessen zich evenwel bereid verklaart, voor het eerste gedeelte van het verslag te zullen zorgen,1) wordt besloten punt f te behandelen na punt c. b. De notulen der vorige vergadering worden onveranderd goedgekeurd. c. De heer Mulder zegt het volgende: Bij de bespreking van punt c der agenda in de vergadering der afdeeling Arnhem van 17 September j.l. werd van verschil lende zijden critiek uitgeoefend op het hoofdbestuur onzer ver- eeniging en aan het afdeelingsbestuur werd met algemeene stemmen opgedragen daarvan hier heden te doen blijken. Het verslag der bestuurshandelingen rept met geen enkel woord van het over de proefhermeting Dieren uitgebracht rapport. Onze algemeene vergadering van 6 September 1920 kenmerkte zich door eene geanimeerde stemming en zij sprak zich met enthousiasme uit vóór Dieren. Nu zou men hebben verwacht, dat zeer spoedig, enkele dagen, na die vergadering een rapport van ons hoofdbestuur zou zijn verschenen, dat klonk als een klok, een blij geluid nu, na zoo vele jaren, eindelijk een groote stap in eene zoo lang voorgestane richting te doen viel. Niets van dat al: eerst 16 December ruim 3 maanden later zag, het laatst op één na van alle gevraagde adviezen, het rapport van K. en L. het licht en dat rapport is geen afspiegeling van de uitspraken onzer algemeene vergadering; men zoekt er vergeefs ook maar eenige geestdrift in. Onze afdeeling oordeelde deze daad van ons hoofdbestuur laks en slap. Het eerste gedealte van het verslag is dan ook van den heer J. F. A. van Riessen. jj.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1921 | | pagina 158