Ï5Ï En dat oordeel bevestigde zich ten aanzien van ons hoofdbe stuur in den verderen loop van het vereenigingsjaar; het bleek van toepassing op meer, zoo niet op alle bestuurshandelingen. Het niet op tijd verschijnen van jaarverslagen^ rekening- en verantwoording, begrooting, agenda, het niet of slechts na herhaald aandringen beantwoorden van brieven nog buiten beschouwing latende, bracht onze afdeeling verder als zeer groote grief tegen ons hoofdbestuur naar voren, zijn houding bij gelegenheid van de eerste algemeene vergadering der hoofdafdeeling «Ruilverkave ling» der Heidemaatschappij. Het vorig jaar bij de oprichting was ons bestuur vertegenwoordigd; wij verkregen toen de toe zegging, dat zoo spoedig mogelijk het bestuur der hoofdafdeeling «Ruilverkaveling» zou worden uitgebreid met een vertegen woordiger van K. en L. Tijdig, vóór de tegen 19 Augustus j.l. uitgeschreven bovenbe doelde vergadering, op welker agenda voorkwam «Uitbreiding van het bestuur», werd door den heer Polêe aan ons hoofd bestuur gevraagd naar zijne plannen ten opzichte van deze aan gelegenheid. Op die vraag kwam geen antwoord, ons hoofdbe stuur kwam niet ter vergadering. De Arnhemsche leden bevonden zich daardoor in eene vreemde positie, zeer zeker tot schade van het prestige onzer vereeniging. Door ons werden de heeren Polêe en Boer als candidaten ge noemd, van wie de eerste zich niet beschikbaar stelde. De stemming wees uit dat gekozen was de heer Iwema, wiens naam noch van de bestuurstafel, noch in de vergadering was genoemd. Ons werd opgedragen hier de vraag te stellen, wie deze can- didatuur stelde. Naar onze meening sloegen niet alleen onze afdeelingsleden door het verkregen resultaat een, 'om het zacht uit te drukken, dwaas figuur, maar geheel K. en L. heeft onge twijfeld dit gebeuren als eene zwarte bladzijde in haar geschiedenis te boeken Op een sedert aan ons hoofdbestuur gericht, aan den Voorzitter gezonden, verzoek om opheldering werd geen ander antwoord ontvangen, dan dat de Voorzitter niets wist van den genoemden brief van den heer Polêe en zich naar den Secretaris zou be geven om de zaak te onderzoeken. Nog bereikten ons verschillende geruchten en wel over het

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1921 | | pagina 159