te laat zijn van ons hoofdbestuur met het inzenden van zijn ver- toogen inzake onze traktementen bij de Centrale Commissie voor georganiseerd overleg en gebrek aan overeenstemming en samen werking tusschen zijn leden onderling. Wij' stellen er prijs op hieromtrent te worden ingelicht. Onze afdeeling heeft de vèr gaande laksheid, die ons uit het opge noemde is gebleken, met groot leedwezen geconstateerd; zij meent, dat het dringend noodig is om in de eerste plaats te komen tot de samenstelling van een nieuw, krachtig en tot onderlinge samenwerking geschikt en bereid hoofdbestuur en droeg ons daarom op voor te stellen punt f te behandelen terstond na punt c. Hiermede heb ik op zoo beknopt mogelijke wijze uitvoering gegeven aan de ons verstrekte opdracht. Ik eindig met het ver zoek, het gesprokene volledig in de notulen op te nemen. De heer ter Plegt zou gaarne vernemen of er door 't bestuur stappen zijn gedaan om in het ontvverp-wet op de ruilverkaveling opgenomen te krijgen, dat de landmeter van het kadaster de ambtenaar is, met wiens hulp de ruilverkaveling tot stand komt. De Voorzitter beantwoordt de sprekers. Aan de samenwerking van het bestuur heeft niets ontbroken, doch door de ernstige ziekte van den Secretaris werden de beide andere bestuursleden gehandicapt. De noodige stukken, inzake onze traktementen, zijn behoorlijk op tijd verzonden. Bij persoonlijk bezoek aan het departement van landbouw werd aan het bestuur mondeling verklaard, dat het inderdaad in de bedoeling ligt, dat de landmeter de ambtenaar is, die de hoofdrol vervult bij de ruilverkaveling. De heer Mulder herhaalt de vraag naar het ontstaan van de candidatuur Iwema voor 't bestuur der hoofdafdeeling «Ruil verkaveling» van de Heide-Maatschappij. De heer Smit deelt mede, dat in het bestuur in 't afgeloopen jaar steeds principieële eenstemmigheid heerschte; de uitvoering liet helaas veel te wenschen over. De Voorzitter en spreker zijn slechts verantwoordelijk voor de hun bekende feiten, dus b.v. niet voor het onbeantwoord blijven van den brief van den heer Polêe, door den heer Mulder genoemd. Bij den heer Iwema was het een voortdurende strijd tusschen goeden wil en onmacht. Herhaaldelijk heeft spr. hem zijn hulp aangeboden, en als de tijd drong dan ook steeds ingegrepen. 152

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1921 | | pagina 160