meer van is, dat landmeters schattingswerkzaamheden zullen ver richten. Het ontwerp-grondbelasting is echter nog niet wet en, nu er een bezuinigingswind waait, is het ten slotte niet onmogelijk, dat men tot het stelsel «eigen aangifte» zou komen. Den Minister moeten dan evenwel tijdig de noodige inlichtingen verstrekt worden. De voordeelen van dat systeem moeten hem worden aangetoond. Gesteld evenwel, dat de Minister het ontwerp-wet in dezen geest wijzigen zou, ook dan is er geen sprake van het verrichten van schattingen door landmeters, zoodat het naar sprekers meening onnoodig is, zich omtrent de vereeniging van meting en schatting in één hand, uit te spreken. De heer Smit blijft een uitspraak der vergadering gewenscht achten. Eigen aangifte werd door Minister de Vries verworpen en zal misschien ook door Minister de Geer worden verworpen. Scheiding van kadaster en grondbelasting vindt dan niet plaats. Het eerste blijft werkzaamheden verrichten ten behoeve van de laatste. Spreker hoopt evenwel, dat deze in de toekomst anders zullen geschieden dan thans en heeft hierbij het oog op twee voorstellen van de reorganisatie-commissie. Worden n.l. in het vervolg de opmetingen van gebouwen en cultuurperceelen niet meer door landmeters maar door ander, goedkooper personeel verricht, waardoor een belangrijke bezuini ging wordt verkregen en behoeven ten dienste der grondbelasting geen vernummeringen meer te geschieden (systeem Dieren), zooals de reorganisatie-commissie voor het nieuwe kadaster voorstelt, dan bestaat er, volgens spreker, geen enkele reden meer tot het brengen van meting en schatting in één hand, noch voor het vereenigen van beide dienstvakken onder één hoofd. De Voorzitter vraagt thans of de vergadering zich vereenigen kan met het voorstel van het Bestuur, dat in zake grondbelasting het stelsel van eigen aangifte moet worden gehuldigd. Met alge- meene stemmen wordt dit voorstel aangenomen. De heer ter Plegt vraagt eveneens stemming over meting en schatting in één hand. De heer J. F. A. van Riessen wil deze kwestie liever laten rusten. Hij acht een stemming over deze zaak onzuiver, veel landmeters voelen persoonlijk niets voor de schatting en hij 156

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1921 | | pagina 164