vreest, dat in deze aangelegenheid het zakelijk belang niet boven
het persoonlijk zal worden gesteld.
De heer de Korver deelt mede, dat het nieuwe Bestuur van
plan is, direct inlichtingen aan den Minister te verstrekken in zake
de grondbelasting.
Wat de kwestie van meting en schatting in één hand betreft,
zou ook hij gaarne een uitspraak der vergadering hebben. De
controleurs verwijten ons annexatiezucht, en leiden dat uit som
mige uitspraken af, terwijl spreker overtuigd is, dat de meerder
heid der vergadering dat verlangen niet heeft. Spreker wil aan
sturen op een verzoening met de controleurs, zonder af te wijken
van het beginsel, dat de grondbelastingdienst het kadaster niet
hinderen zal.
De heeren J. F. A. van Riessen en ter Plegt stellen voor,
te stemmen vóór of tegen annexatie.
De heer Boer verdedigt het denkbeeld van één administratie
voor kadaster, hypotheken en grondbelasting, voor zooveel betreft
het vaststellen van den belastinggrondslag. Hij acht dit een alge
meen belang.
De heer de Korver is het met den heer Boer niet eens. Het
vaststellen van een belastinggrondslag behoort volgens hem niet
bij Hypotheken en Kadaster.
Repliek en dupliek volgen.
De heer Smit constateert, dat het oude denkbeeld van meting
en schatting in één hand geen verdedigers meer vindt. Hij is
echter ook tegenstander van het nieuwe denkbeeld der vereeni-
ging onder één administratie.
De heer de Korver stelt een motie voor, welke, na eenige
besnoeiing tengevolge van opmerkingen uit de vergadering, met
44 stemmen tegen. 13 en 3 onthoudingen, wordt aangenomen.
De motie luidt:
«De vergadering betreurt, dat de meening heeft post gevat,
dat door de landmeters zou worden gestreefd naar annexatie van
den schattingsdienst voor de grondbelasting en ontkent die ver
meende annexatiezucht ten sterkste.»
In behandeling wordt thans genomen punt e I: bijhoiidingsdienst.
De heer Heines is van meening, dat de bijhoudingsdienst in
het bestaande kadaster niet geminacht of afgebroken mag
157