i65
Artikel 3.
Voor het bestuur van den landmeterscursus is een College van Bestuur,
daartoe benoemd door Onzen Minister van Landbouw, Nijverheid en
Handel uit de docenten der in artikel 2 genoemde vakken.
Onze Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel stelt de bevoegd
heden en verplichtingen van dit college vast.
Artikel 4.
Het leerplan voor den cursus wordt jaarlijks door Onzen Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel, in overleg met Onzen Minister van
Financiën, vastgesteld, op voorstel van het College van Bestuur.
Artikel 5.
De aanvang en het einde van de eerste studieperiode vallen samen met
die der propaedeutische studie aan de Landbouwhoogeschool; van de
tweede studieperiode met de candidaatsstudie der Landbouwhoogeschool.
Ook de vacanties vallen samen met die der Landbouwhoogeschool.
Artikel 6.
De lessen, in het leerplan aangewezen, zijn, behoudens de bepalingen
in het volgende lid, die welke in de overeenkomstige studieperiode der
Landbouwhoogeschool worden gegeven.
Voor zoover de lessen aan den landmeterscursus te geven afwijken van
die in de overeenkomstige periode der Landbouwhoogeschool, wordt het
onderwijs gegeven door de docenten in de betrokken leefvakken der
Landbouwhoogeschool of door bijzondere leerkrachten, aan den land
meterscursus verbonden.
Deze bijzondere leerkrachten worden door Ons benoemd, geschorst en
ontslagen.
Het verdere personeel van den cursus wordt door Onzen Minister van
Landbouw, Nijverheid en Handel benoemd, geschorst en ontslagen.
Artikel 7.
Voor het volgen van het onderwijs aan den cursus, moet men voor
volledig onderwijs aan de Landbouwhoogeschool bij den Rector-Magnifi-
cus dier Hoogeschool zijn ingeschreven.
De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel kan aan hen, die
slechts enkele lessen, bedoeld in artikel 6, 2de lid, wenschen te volgen,
na ingewonnen advies van het College van Bestuur, daartoe verlof ver-
leenen. In dat geval is ter zake van dit onderwijs een bedrag verschul
digd, als genoemd in artikel 30 van de wet van 15 December 1917