166 [Staatsblad n°. 700), welk bedrag, vóór de vergunning wordt verleend, in 's Rijks schatkist moet worden gestort. Artikel 8. Na afloop van iedere studieperiode is er een examen. Het examen na de eerste studieperiode loopt over de navolgende vakken of onderdeden van vakken Wiskunde. Differentiaal- en integraalrekening, analystische meetkunde van het platte vlak en van de ruimte, hoofdstukken uit de hoogere algebra en de beschrijvende meetkunde. Leer der fouten vereffening; Toegepast rekenen; Hydraulica Natuurkunde; Staathuishoudkunde Burgerlijk recht en hypothecaire administratie Geschiedenis en inrichting van het kadaster. Tot dit examen wordt ieder toegelaten, die bevoegd is tot het afleggen van het propaedeutisch examen aan de Landbouwhoogeschool. Het examen na de tweede studieperiode loopt over de navolgende vakken of onderdeden van vakken: W aar sch ij nlij kheidsreken ing Lagere en hoogere geodesie; Kadastrale techniek en techniek der ruilverkaveling; Kartografie Cultuurtechniek Agrogeologie Houtteelt en boschrenterekening; Akker- en weidebouw; Sociale statistiek Landhuishoudkunde Nederlandsch agrarisch recht; Burgerlijk, administratief en fiscaal recht. Tot dit examen wordt ieder toegelaten, die het examen na de eerste periode met goed gevolg heeft afgelegd. Artikel 9. Het College van Bestuur benoemt de examencommissies voor den duur van ieder studiejaar, volgens de vakken, waar over het examen loopt, uit de betrokken docenten en, zoo noodig, uit andere deskundigen. Voorzitter en secretaris van het College van Bestuur zijn lid en respec tievelijk voorzitter en secretaris der examencommissies.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1921 | | pagina 174